3 zaamheden uitgevoerd werden. JLOVERZICHT DER WERKZAAMHEDEN VAN DE HERMETING HILVERSUM I. De detailmeting. De detailmeting, waarvan hier enkele bijzonderheden worden vermeld als schakel met het bureauwerk, geschiedde bloksgewijs Voor elk blok werd fotografisch een vergrooting vervaardigd van het plan op 1 êt 2500. Deze vergrooting op de schaal ca 1 k 250 in zwarte lijnen op wit papier, werd gebezigd om daarop bij elke grens aan te teekenen de archiefnummers der veldwerken, welke op die grens betrekking hebben. Tevens werd daarbij aangeteekend de ligging der geplaatste KAD~steenen op de hoekpunten van de reeds gemeten en berekende veelhoeken. Oude belangrijke meetlijnen kon den vaak opnieuw en in hermetingsverband -gebruikt worden. Een voorloopige opzet van de detailmeting werd op deze vergrooting met potlood aangegeven. Te velde moest daarvan weliswaar soms afgeweken worden, doch de aanteekeningen leverden veel gemak op; de benoodigde tijd daarvoor was betrekkelijk gering. Voor den aanvang van de hermeting waren reeds vele KAD-steenen op het terrein aanwezig ter verzekering van punten, noodig voor gewonen dienst en particulier werk. Ter aanvulling van ontbreken de schakels of ter versterking van het meetkundig verband in den technischen grondslag, werden bij het begin der hermeting nog vele KAD-steenen geplaatst. Alle polygoonzijden werden zooveel mogelijk achtereenvolgens en voor zooveel doenlijk onder dezelfde omstandigheden gemeten. De lengtemeting van de polygonen geschiedde in ram, herleid naar de temperatuur tijdens de meting; correctie voor de kaartprojectie werd toegepast en dikwijls werd ook nog rekening gehouden met hoogteverschillen tusschen begin- en eindpunt (soms met nog andere hooger en lager gelegen punten daartusschen) Tijdens de detailmeting was steeds een theodoliet beschikbaar. Daarvan werd een ruim gebruik gemaakt, niet alleen voor het bepalen van vele punten door middel van richting en afstand, doch ook voor het zeer nauwkeurig bepalen van verlengden en het zeer nauwkeurig plaatsen van spijkers in de meetlijn.4, Zie paragrafen 19 a 21 der H.T.W.Het instrument bleef dan in eei geschikt punt opgesteld. Plaatsing van vier spijkers, kort voor en achter een snijpunt van twee lijnen leverde vaak met grocte nauwkeurigheid de snijding. Soms moest excentrische opstelling toegepast worden voor punten, die bepaald werden door richting en afstand. Aan de vervaardiging van het veldwerk werd de grootste zorg besteed. Voor het geheeie werk werd uitsluitend gebruikt het kleine formaat veldwerkpapier (Kad. no. 137). De latere raadpleging en de opber ging in het archief werden daarmede het meest gediend. De onder vinding heeft geleerd, dat groot formaat veldwerkpapier moeilijkhe den oplevertDe inrichting van het veldwerk geschiedde overeen komstig de bepalingen van paragraaf 20 der H.T.W. Elk veldwerk

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1942 | | pagina 4