de aanteekening rtkaartH De berekening van driehoeks- ©n veelhoekspanten geschiedde afzonderlijk» Ook hier werd berekend in mm, rekening houdend met bandlengte temperatuurhoogteverschillen en kaartprojectie» Regelmatig werden de gebruikte meetbanden vergeleken met de standaardmaat van 30 meter te Amsterdam» Bij de berekening van net groote aantal veelhoekstrekken voor de hermeting werd een overzicht gemaakt van de siuitfouten. Door de regelmatige contröle van de meetbanden en het rekening houden met tempera tuursverschillen* kon verwacht worden, dat uit het overgroote deel der siuitfouten een aanwijzing zou volgen omtrent de nauw keurigheid van de standaardmaat te Amsterdam» Inderdaad bleekE dat deze verwachting uitkwam. Het overgroote deel der siuitfouten vertoonde hetzelfde teeken. De afwijking was echter gering. Voor alle berekeningen wordt verwezen naar Eenvoudige Land meetkundige Berekeningen door F» Harkink. Enkele bijzonderheden worden hier slechts terloops aangeroerd» Verwezen wordt nog naar de H.T.W», waar bijv. in 18 voorschriften worden gegeven voor de berekening van meetpunten. De meetpunten werden steeds voor een geheel blok (blad op 1 h 250) samen afgewerkt. Op de overzichtskaart van het detail- li jrxennet werd bij elke meetlijn vermeld de afwijking in mm tusschen de g&meten en berekende lengten. Alle berekeningen geschiedden in mm. Rekening werd gehouden met bandlengte temperatuurf hoogteverschillen en kaartprojectie. Wanneer een meetpunt, dat op verschillende manieren kon worden berekend* uitkomsten met geringe onderlinge afwijkingen opleverde (kleiner dan 25 mm), werd het rekenkundig gemiddelde genomen dier uitkomsten De in zwarten inkt verkregen voorloopige uitkomsten werden in rood door de definitieve vervangen met onderlinge ver wijzingen naar de bladzijden der formulieren van berekening. Wanneer in een formulier uitgegaan werd van vroeger berekende coördinaten, werd naast het nummer van dit punt in het formulier (wegens plaatsgebrek soms erg klein) steeds breuksgewijs aange geven in welk formulier en op welke bladzijde die berekening plaats had, bijv. 25/21 of 24/301. De meetpunten, welke door richting en afstand bepaald werden, kregen hetzelfde volgnummer als het punt in de lijn, waaruit zij bepaald werden, doch met toevoeging van een letter. Moest bijv. uit meetpunt 1204 een drietal punten door richting en afstand worden bepaald, dan werden die drie punten genummerd: 1204 a, 1204 b en 1204 c. De berekening bij excentrische hoekmeting geschiedde steeds met gebruikmaking van de overgangsformule sin d e sin ty) a. De gemeten lengten werden gereduceerd overeenkomstig de ver houding, welke bestond tusschen de berekende en gemeten lengte van de aangrenzende hoofdmeetlijn. In de enkele gevallen waarbij het verschil tusschen gemeten en berekende lengte grooter bleek te zijn dan 25 mm, kon het verschil verklaard worden door het ontdekken van een foutje in de meetgetallen»

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1942 | | pagina 8