11.
worden met het voorbereidend ruilverkavelingswerk,, waarvoor de
lagere technici in de eerste plaats bestemd waren?
Dit is de wereld op z n kop zetten;
In het teekenaarscorps heerscht daarover zeer terecht grocte
ontstemmingu Men ziet dit als een ongemotiveerde bevoorrechting
van de lagere technici en een bewuste benadeeling van de middel™
'bare o Ook wij kannen het helaas niet anders zien, dan dat de
teekenaars van het Kadaster o nreoht vaar dibe hand eld worden
Bij voorbaat moeten we hier eiken schijn afwijzen, alsof
ve dezen lageren technici iets zouden misgunnen,, of wel,, dat
ne zouden trachten hen bij den teehnischen dienst te verdrijven»
Een aandachtig lezer zal reeds geconstateerd hebben,, dat
de -plaatsing van lagere ambtenaren bi J den teehnischen dienst
van het Kadasterzoowel ten kantore als te velde9 noodzakelijk.
achten»
Ten aanzien van de eerste - mogelijke - veronderstellingv
stellen we uitdrukkelijk vast, dat er in de schamele,, geenerlei
vooruitzichten biedende positie dezer technici dringend verbe
ter ing moet kernen»
Men vergt van henP behalve vaardigheid in het teekenen en
karteeren» het opmaken van een eenvoudigen staat 75 ©u vlot
rekenwerk (waarvoor ze een "clandestiene* opleiding tot teeke
naar van het Kadaster krijgen),, dat ze bovendien nog bedreven
zijn in het verrichten van landmeetkundige veld werkzaamheden»
Is het dan niet ergerlijk,, dat men hen afscheept met een
salaris van f» 1170 - f» 1890 volgens schaal 33 van het Bezol«
digingsbesluifDit is een salaris,, dat gegeven wordt voor het
meest- eenvoudige teekenwerk» het z»gc calqueerwerk»
Dat deze- technici daarmee nu "genoegen nemen% is in een
tijd als deze,, niet te verwonderen, maar mag nimmer aanleiding
zijn voor de veronderstelling, dat ze wtevreden*1 zijn» Zoodra
de kansen keeren, zullen se direct verdwijnen» om elders beter
betaalde functies te aanvaarden» Men kan daar tegenover het
standpunt innemen van; "dan moeten ze maar gaanTI p doch daarmee
is de technische dienst van het Kadaster niet- gebaat» Men be
reikt daarmee, dat de goeden het Kadaster vaarwel zeggen en we
met de slechten blijven zitten»
Voor zoover mogelijk, dient dit voorkomen te worden» Men
moet deze mens onen zien te binden, door hun salaris in overeen
stemming te brengen met hun prestaties en hun een behoorlijke
toekomst te bieden»
Men bepale en. beperke hun taak in o vereens t e mm ing met
het salaris, dat men hen aanbiedt, doch de begaafden onder hen
stelle men in staat-, zich te bekwamen voor beter betaalde func
ties»
Hiermee bereikt men meer» dan door op hun eergevoel te
werken; hen "olandestienw tot teekenaar van het Kadaster op te