verdeeling geen sprake kan zijn; dat de landmeter z'n tijd nog
te veel aanvult met teekenaarsarbeiddus z?n tijd niet nuttig
besteedt.
Ook de hierna volgende getallen over het lagere personeel
spreken voor zichzelf.
In de divisie Groningen werken 3 teekenaars op arbeidscon
tract en 3 schrijvers, in de divisie Arnhem resp. 8 en 3, in
de divisie s~Gravenhage - en 1, in de divisie Amsterdam - en 4.
In totaal dus 11 teekenaars op arbeidscontract en 11 schrijvers.
Men zal het met ons moeten beamen: _er hapert iets aan de
personeelsorganisatie bi ,i den Landmeetkundigen Dienst, zoowel
ten kantore als te velde!
In verband met het voorgaande mogen we nog eens de aandacht
vestigen op de Min. aanschrijving van 7 Januari 1939, waarin
een nieuwe organisatievorm wordt aangekondigdIn de daarop vol
gende Min. aanschrijving van 16 Januari 1940 wordt ter verdui
delijking van de voorgaande aanschrijving medegedeeld, dat het
doel, van den nieuwen organisatievorm is: het aantal landmeters
voor den gewonen dienst en voor bi jzondere opdrachten te
beperken do or opvc ering van het aantal velddagen,
We zijn nu 4 jaar verder en sindsdien zijn er 46 landmeters
van het Kadaster benoemd, terwijl er nog 22 landmeters op ar
beidsovereenkomst werkzaam zijn.
Het komt ons voor, dat djjb niet in overeenstemming is met
het doel van den organisatievorm
Op nog een andere tegenstrijdigheid willen we hier wijzen.
In de aanschrijving van 25 October 1940 wordt mededeeling
gedaan van de instelling van den dienst voor Buitengewoon Land
meetkundig Werk.
Deze dienst heeft, volgens de aanschrijving, ten doel
landmeetkundig werk te verrichten ter voorbereiding van uit te
voeren ruilverkavelingen en andere cultuurtechnische werken9
daarbij lettende op de belangen van den Landmeetkundigen Dienst
van het Kadaster, benevens het verrichten van hermetingswerk-
zaamheden ten behoeve van laatstgenoemden dienst.
Hoewel deze doelstelling duidelijk is omschreven, ont
vingen we ten overvloede van het departement de verzekering,
dat de dienst voor B.L.W. in hoofdzaak het voorbereidend
ruilverkavelingswerk zou verrichten en zich eerst in de laatste
plaats zou bezig houden met hermetingen.
We meenen te mogen vaststellen, dat de dienst voor Buiten
gewoon Landmeetkundig Werk zich van den beginne bewust meer
heeft gericht cp de hermetingen en andere landmeetkundige werk
zaamheden, dan op het voorbereidend ruilverkavelingswerk