In den bijbel wordt ook een waarde voor TT genoemde Wij lezen namelijk in I Koningen 7 vers 23$ "Verder maakte hij de gegoten zee; van tien ellen was zij van haren eenen rand tot haren an deren rand» rondom rond» en van vijf ellen in hare hoogte» en een meetsnoer van dertig ellen omving ze rondom*Hoe hier het getal 3 is bepaaldt. is niet uit te maken; misschien door het experiment» maar dan aan kleinere voorwerpen» want» wanneer men den omtrek van het vat werkelijk had gemeten» zou men ruim een el meer hebben moeten vinden Veel meer is ons bekend van het werk der GriekenBij dit volk met zijn theoretische bespiegelenden aanleg zijn de beoefe naars van de wiskunde talrijk» en zeer velen onder hen hebben zich in de q.uadratuur van den cirkel verdiepte Anaxagoras hield zich in de gevangenis met dit vraagstuk bezig (434 v* C*)* Hippokrates van Chios vond omstreeks denzelfden tijd door cirkel- T bogen begrensde figuren» die dezelfde oppervlakte hebben als rechtlijnige figuren* Hij zocht de oplossing dus langs een geheel anderen weg» die echter» zooals later bleek» doodliep* Ook is van hem de stelling afkomstig» dat de oppervlakten van twee cirkels tot elkander staan als de tweede machten van hun stralen* Hipparchos geeft een tabel voor de lengten van koorden in den cirkel en moet daarom als vocrlooper van de driehoeksmeting wor den beschouwd* Aan Dinostratos (4e eeuw v*C*) hebben wij een zeer elegante benaderingsconstructie te danken Hij construeerde punt voor punt een kromme lijn» waarvan het limietpunt het eind punt van den gerectificeerden cirkelomtrek is» maar dat limiet- punt zelf is nu juist niet te cons trueeren» al kan men het zoo nauwkeurig benaderen als men wil* zU. J&-/'2-' Be voor de hand liggende methode» die in de oudheid algemeen werd toegepast» is dezes men teekent ©en ingeschreven regelmatiger veelhoek* Hoe grooter het aantal zijden hiervan ist hoe minder het oppervlak van den cirkel zal verschillen* «Vanneer men het oppervlak van dezen veelhoek berekent» vindt men een benaderde waarde voor het oppervlak van den cirkel en dus ook een benaderde waarde voorjTT Op deze wijze deed Antiphon het omstreeks 430 v*C* Hij tee kend© het ingeschreven vierkant» dan deningeschreven achthoek», dan den zestienhoek en zoo vervolgens* Als men op die wijze nu maar oneindig lang kon doorgaan» zou men eindelijk het oppervlak van den cirkel hebben», maar volgens de definitie zijn oneindig veel bewerkingen niet toegestaan en» door de reeks ergens af te breken» krijgt men nooit meer dan een benaderde waarde en dus ook slechts een benaderde constructie* Bryson verbeterde de theorie» doordat hij begreep niet alleen de ingesehreven» maar tevens de omgeschreven n-hoek te moeten gebruiken* Hij nam het rekenkundig gemiddelde der aldus gevonden waarden als juist aan* Beter is» de twee waarden te geven als twee grenzen» die het werkelijke getal insluiten* Be eerste» die dit deed was Archimedes (287 - 212)* Uit berekening van het oppervlak van den om- en ingeschreven 96-hoek vond hij» d&tJf lag tusschen de grenzen 3 X/7 en 3 10/71. Naar Heron van Alexandrië meedeelt» heeft Archimedes later een nog nauwkeuriger begrenzing gegeven*

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1943 | | pagina 4