rnoet men elke terra in da-s aantal de etmalen/Tut rekenen en daarna
het resultaat optellen» Als men eenmaal aan het rekenen isc moet
men voortgaan tot men den term heeft bereikt, die in het aantal
cijfers, dat men gebruikt, niets aan nullen heeftc Staakt men
zijn berekeningen te vroeg, dan heeft men slechts overbodig
werk gedaan.
Ook kan men zijn berekeningen niet nog een tijdje voortzet
ten om nog enkele decimalen meer te krijgen. Wil men êën cijfer
meer, dan moet men al het werk van voren af a an overdoen, ter
wij] men eiken term tot in de volgende decimaal moet uitrekenen.
Onwillekeurig vraagt men zich af^Hadden die geleerden niets
beters te doen?" Eet is een feit, dat men in vroeger tijden in
het algemeen veel meer tijd voor het maken van allerhande bere
keningen, tabellen en dergelijke kon vinden^ zelfs grocte ge
leerden, als bijvoorbeeld Legen&re, hebben daar een stuk van hun
leven mee zoek gebracht. Nu was men in die tijden veel huise
lijker aangelegd, en als men eens verpoozing zocht - men kan toch
niet altijd studeeren - maakte men tabellen, terwijl wij naar
de bioscoop gaan of naar de radio luisteren, De afleiding is in
ons leven veel greater?
Vega berekent in 140 decimalen, waarbij een kleine fout
bij Lagny aan het licht komt. De 113e decimaal is namelijk 8 en
niet 7, zooals Lagny had vermeld, In 1844 berekent de Hamburger
stielrekenaar Zacharias DasejfiT in twee maanden ti jds tot in 200
decimalen nauwkeurig met een formule, hem door professor Schulz
uit Weenen gegeven. Daarna berekent W, Rutherford in 1853 jC in
440 decimalen. Richter in 1.855 in 500 en de Engelschman Shanks
in 1874 tot in 707 decimalen.
Heeft dit nu eenig nut? Wij kunnen gerust zeggen: "Neen*, De
kennis van den aard van het getal TTwordt er niet door benaderd.
Alleen door nauwkeurige berekeningen kan het misschien zijn nut
hebben. Ook dit is evenwel zeer twijfelachtig, laten wij gerust
zeggen buitengesloten. Een nauwkeurigheid van dertig decimalen,
wat wil dat zeggen? Een voorbeeld kan dat verduidelijken. De
uiterste grenzen van ons melkwegstelsel zijn ongeveer 3000
lichtjaren van ons vandaan. Het licht, dat zich met een snelheid
van 300,000 kilometer in de seconde voortbeweegt, doet over dien
afstand dus 3000 jaar. Wanneer wij dezen afstand in dertig deci
malen uitdrukken, dan wil dat zeggen, dat wij deze tot in mil-
lioensten van millimeters nauwkeurig geven. De absurditeit hier
van springt iedereen wel in het oog.
Het is evenwel een sport, middeltjes te bedenken, om het
getal vr in dertig decimalen te onthouden. Hiervoor dienen de be
kende rijmpjes, waarbij men slechts het aantal letters der opeen
volgende woorden behoeft te tellen, om de decimaal cl jfers van
X te weten te komen. De meeste van die versjes gaan tot dertig-
decimalen, dat is nu eenmaal mode, en als de eenjV in dertig de
cimalen geeft, kan een ander natuurlijk niet met minder volstaan.
Het meest bekende en waarschijnlijk het oudste van alle ge
dichtjes is het Fransche: