5-
De "begrenzingen van zgnQ eigendomsperceelen werden op het veld
werk afzonderlijk aangegeven met een dikke stippellijn in Oost-
indischen inkto Bij de plaatsing van de stippen werd nauwlettend
zorg er voor gedragen, dat deze oordeelkundig werden aangebracht,
aaar er gevaar kon ontstaan voor foutieven uitleg van reeds eer
der aangebrachte lijnen op het veldwerk,. Een niet te overvloedig
aanwenden van stippen zorgde voor het behoud van de duidelijkheid
Gebruik werd gemaakt van de beschrijving der grenzen (zie punt 8)
Bij elke grens werden in blauw vermeld de archiefnummers en Sec
tieletters van belangrijke veldwerken, welke op die grens betrek»
king hadden bij de vaststelling van de grens.
Plaats gehad hebbende delimitatie werd op het veldwerk ver
meld. Werden oude meetgetallen van vroegere veldwerken overgeno
men, dan geschiedde dit in blauw; daarbij werd verwezen naar^de
Sectie en het archiefnummer van het oude veldwerk (in blauw}
Aan de verwijzing naar de oude veldwerken en, waar noodig, van
de oude veldwerken naar het hermetingsveldwerk, werd zeer veel
zorg besteed. Speciaal werd gelet op de verwijzing van die veld
werken, welke bij het opmaken van de staten 75 der verschillende
blokken belangrijk waren (op die veldwerken was daarvoor speciale
ruimte overgelaten; zie punt 105In het algemeen gold de regels
verwijzing naar later veldwerk in rood, verwijzing naar vroeger
veldwerk in bla uw
Bij sommige grenzen werden aanduidingen met letters ge
plaatst, bof.: van A naar B loopt de grens volgens een rechte
lijn; punt A ligt op 2.47 uit de meetlijn in de loodlijn met
het voetpunt op 16.23 uit het beginpunt; enz.
Uit oude meetgetallen wejrden soms door berekening cijfers
verkregen, die in hermetingsverband konden worden opgenomen; deze
getallen werden in rood vermelde Alle in coördinaten berekende
punten werden met een roode stip aangeduid en de nummers der
punten in rood overgehaald. De geheele nummering en bijpijling
werd in zwarten inkt uitgevoerd volgens de hulpkaar tendie tot
het cogenblik dezer bewerking reeds waren opgemaakt.
Noordpijlen werden geplaatst. Op elk veldwerk kwam een
stempelafdruk aanduidende: "Hermeting* (links boven). Alle veld
werken werden onderling verwezen naar de aansluitende hermetings-
veldwerken (In rood en flink onderstreept). Op elk hermetings-
veldwerk werd gestempeld: wzie kaarteering 1 k 250, blok v-ï
Alle op één blad 1 k 1000 betrekking hebbende hermètings-
veldwerken werden voorzien van archiefnummers in volgordè der
blokken 1 A 250.
De vermelding van Gemeente, Sectie en blad en het dienst
jaar geschiedde het laatst, waarna de kopieën werden aangevuld
conform de minuten. w- r h a
Aanleg en bijhouding van de overzichtskaart van den technischer!
grondslag op 1 k 2500.
Aan de hand van de berekende coördinaten der punten werd
een kaart (formaat 100 x 67 om) samengesteld, aanduidende op