Vraagstuk I
Van'een weiland zijn de zijden achtereenvol
gens 118, 219, 159 en 274 M. De zijden van 159 en 274
sluiten een rechte hoek in. Een lijn loodrecht op de
langste zijde, moet het weiland in twee gelijke delen
verdelen.
Ieder zal de meetcijfers in de zijden van 219 en 274
wel kunnen vinden.
Nu komt een lastiger vrgag. Behalve de genoemde
deellijn moet er een tweede rechte lijn worden bepaald
zodanig, dat de beide deellijnen samen het perceel in
vier gelijke stukken verdeléa. Hoe zijn de meetcijfers,
in de zijden voor de tweede deellijn?
Voor wie deze laatste vraag te zwaar valt, maken
we de berekening gemakkelijker door de bepaling, dat
het snijpunt der deellijnen 62,54 M. van de langste
zijde van het weiland verwijderd is.
Van dit geval - dus met dit ectra gegeven - zien we
ook graag de uitwerking.
Inzendingen worden gaarne nog dit jaar ingewacht
D. de Vries,
Laakkade 60.
fs Gravenhage.
UITWISSELING VAN ZWITSERSE EN NEDERLANDSE
LANDMEETKUNDIGE STUDENTEN.
Dit jaar werd, voor het eerst in de geschiedenis van
het landmeetkundige studentenleven, door het landmeet
kundige gezelschap "Snellius" een uitwisseling met
Zwitserland georganiseerd.
Negen Zwitsers gaven zich op om vier weken in Ne
derland door te brengen. Financiëel werd een en an
der zo geregeld, dat iedere Nederlander in Zwitser-r
land voor 200,'- francs zou krijgen en de Zwitsers ip
Nederland 200.-
22