Die eilandjes kunnen trouwens ook flinke vormen aannemen. Op het ogenblik is een meting onder han- den van een perceel van naar schatting 230 ha.Er is daar geen grondslag, maar er moet toch een veelhoek van 90 punten omheen gelegd worden en de aansluiting van het net neemt vergeleken bij het gehele werk, zo weinig tijd in be slag, dat dit er nog best bij kan.Een dezer dagen is de op meting (tevens de grensregeling) van een terrein van +430 ha. aangevraagd,die gelijke toepassing zal vinden. Het 2e District telt 48 en het J>e District 44 bladen, 1 4000 welke genummerd zijn in Rome ins che cijfers. Dezen noemen wij de "moe derkaar ten ".Ze kunnen desgewenst geheel of gedeeltelijk worden ontwikkeld tot 4 plans op 1 2000, deze elk afzonderlijk weer in 4 plans op 1 1000 enz. Indien er ontwikkelingen bestaan worden de percelen, terwille van een goed overzicht van het ge heel toch ook op de moederkaarten aangebracht. De ontwikkelingen 1 2000 zijn genummerd 1,2 3 en 4, te beginnen linksboven en dan rechts omgaand. De ligging van zo'n ontwikkeling is dus bepaald met bijv,' XII 3,dat is rechtsonder van XII.Bestaat er een ont wikkeling 1 1000, dan is dat gedeelte van een van die 4 gedeelten 1 2000 van die moederkaart. Die ontwikkèling kan weèr op dezelfde wijze aange duid worden met b.v. XVI 3.4.,hetgeen dus zeggen wil linksonder van rechtsonder van XVI. En zo zouden we door kunnen gaan, maar verder dan 1 1000 zullen we in de buitendistrioten wel niet behoeven te ontwikkelen. Het polygoonnet en het tertiaire driehoelcsnet' zullen zo spoedig mogelijk en zoveel mogelijk worden uit gebreid, opdat elke voorkomende meting direct kadastraal kan worden toegepast. Op deze manier werkt deo rooidienst nu al gedeel telijk en na de voltooing van de grondslag,geheel mee aan de tot stand koming van het kadaster. 8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1946 | | pagina 8