delende rol, die de Plaatselijke Commissie en de ruilverka
velingsambtenaar in het algemeen kan spelen in het belang
van het welslagen van een ruilverkaveling.
F. Buissink.
-o-o-o-o-o-o-
CEHTRAAL ORGAAN VOOR RI JKSPERSOIlEELSAAHGELEGEH-iEDEN
Bij besluit van 18 December 194-6 (Staatsblad G 3&7) i*1-
gesteld een C.O. voor R. bestaande uit een Raad en een
Centrale personeelsdienst.
De voorzitter wordt benoemd op voordracht van da Raad van
Ministers. Ambtshalve zijn lid de plv. thesaurier-generaal
van het Rijksarbeidsbureau, de voorzitter van het college van
Rijksbemiddelaars en de Directeur van de Centrale Personeels
dienst. Ambtshalve lid-secretaris is de chef van de afd.
Ambtenaarszaken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
De secretaris-generaal van de verschillende departementen
moeten tot de vergaderingen van de Raad worden uitgenodigd,
zo dikwijls daarin zaken, welke een bepaald departement be*
treffen, in behandeling komen.
De Centrale Personeelsdienst is belast met (art. 6) de
uitvoering van het Plaatsingsbesluit 1946, met de personeels-
inventarisatie en de registratie van het hurgerlijk rijksper
soneel, met de classificatie van dat personeel op grond van
de quantitatieve taak-inventarisatie en - analyse, verricht
door het ministerie van Financiën en van de daarop aanslui
tende qualitatieve door den C.P. te verrichten, analyse
van de taken van het personeel, met de registratie van de
functie-eisen i.v.m. een juiste personeelskeuze, met de voor
bereiding van de promot ie lijnen voor de burgerlijke Rijksdienst,
met de loopbaan-controle, met het stimuleren, coördineren en
uitvoeren van alle maatregelen,welke kunnen strekken*om vakbe
kwaam en geschikt personeel op de juiste plaats in de burger
lijke Rijksdienst te werk doen stellen, met voorbereiding van
de zorg voor algemene vorming, ontwikkeling en ontspanning
van d.at personeel en met het onderzoek naar de antecedenten
van nieuw aan te stellen personen.
De hoofden van de departementen van algemeen bestuur en van
alle Rijksdiensten, -bedrijven en-instellingen behoren alle
door de Raad voornoemd of door de Centrale Personeelsdienst
gevraagde inlichtingen te verstrekken. De Raad en de dienst
verschaffen wederkerig aan de zo even genoemde autoriteiten
?c