den van 5 ram.in werkelijkheid dus 100 m.zodat 200 cirkel- of afstandshogen moesten worden getrokken. Langs de buitenste of 20 km. cirkel moest een randverdeling aangebracht worden, georiënteerd op het Noorden. Dit was het grote vraagstuk. De oplossing is"het ei van Columbus'7. De coSrdinaten van elk 10-tal graden werden met richting en afstand berekend, dus met een permanente afstand van 20000m. Bovendien werden berekend de coördinaten van tot en met 9/2 graad; .hiervan is een mal vervaardigd, met behulp waar van da gehele rand in halve graden kon worden verdeeld. In verband met het feit, dat de kanonnen en de instrumen ten niet dezelfde randverdeling hadden, moest een dubbele randverdeling worden aangebracht en wel in sexagesimale ver deling en in milliradialen of straalduizendsten. Deze laat ste verdeling wordt bij de artillerie meestal gebruiktomdat bij bekendheid van de afstand de onnauwkeurigheid van het schot, direct uit de richting kan worden afgeleid. Is de af stand bv. 12000 m. en het verschil in richting 3 straaldui zendsten, dan is de onnauwkeurigheid, tenminste vanuit een punt gezien 36 m. Als dergelijke opgaven van verschillende posten komen, kan de werkelijke afwijking vrij nauwkeurig wor den bepaald. Precies uitgerekend zou de horizon dus in 1000 6283.- delen verdeeld moeten worden. Dit wordt afgerond op 6300. Sr zijn ook landen die een rand van 6400 bezigen in verband met de gunstige deelbaarheid. Omdat we niet beschikten over tafels met straalduizendsten werden de 10-tallen eerst omgerekend in graden,waarna op dezelfde wijze te werk werd gegaan. Het gedeelte binnen deze boog van 20 km. straal, was dus het gebied dat onder het bereik van het planchet viel. Teneinde de plaats van het doel in dat gebied te kunnen bepalen,moes ten met elke observatiepost als middelpunt, cirkelbogen met de vereiste verdeling worden aangebracht,en, om de duidelijk heid niet te schaden, buiten de cirkelboog van 1 m. straal. Door de beperkte ruimte was het in de eerste plaats onmoge lijk om die cirkelbogen elkaar niet te laten snijden, en ten tweede konden de bogen niet steeds dezelfde straallengte be houden, zodat men was aangewezen op verspringingen in de randverdeling van de zijposten. Op het planblaadje werd toen uitgezocht, op welke wijze het kleinste aantal versprin ingen kon worden verkregen, en met wellce afstanden de coördi eten van de 10—tallen graden moesten worden berekend.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1947 | | pagina 4