EIGENDOM VAN APPARTEMENTEN. Op 15 April j.l. is aan. de 2e Kamer een. ontwerp van wet aangeboden, houdende voorzie ningen betreffende eigendom van appartementen. Het ontwerp gaat vergezeld van een uitvoerige toelichting, waaraan wij het volgende ontlenen: Bij de totstandkoming van onze wetgeving is men geenszins om principiële redenen van de Code Civil afgeweken. Men heeft art.664 indertijd niet overgenomen,omdat slechts belang kon hebben voor grote gebouwen,zoals die in Frankrijk voorkwamen. In de vorige eeuw is door de Hoge Raad enkele malen uit gemaakt, dat men eigendom van een verdieping of kamer kan hebben in het huis van een ander,maar het betrof dan meestal gevallen,waarin twee belendende huizen zodanig wa ren gebouwd,dat een gedeelte van het ene huis uitstak bin nen de ruimte van het andere. Behoefte aan een wettelijke regeling voelde men echter niet. Na de eerste wereldoorlog is men in de grote plaat sen begonnen met het bouwen van flatwoningen. De toekom stige bewoners bekostigden dikwijls de bouw door het nemeh van aandelen of obligaties van de speciaal daartoe opge richte N.V. Door een te dure exploitatie daalde vaak de' waarde van de aandelen dermate, dat de bewoners bij ver trek moeilijk kopers vonden voor hun papieren.De vorm vol deed zeker niet.Thans heerst er een grote woningnood. Bij het bouwen van nieuwe woningen zal men economisch moeten werken. Het ligt voor de hand, dat er veel woongebouwen zullen verrijzen.Stedebouwkundige redenen zullen daartoe vaak dwingen. Aan de burgers moet de mogelijkheid worden geboden,het eigendomsrecht te krijgen van hun woning, ook als deze deel uitmaakt van een groot gebouw. Vooral in Rotterdam wijst de toestand in de richting van dit ontwerp. Velen hebben van het Rijk een bijdrage ontvangen in de door hen geleden oorlogsschade.De taxatie was laag,de bouwkos ten zijn enorm gestegen.De oude eigenaren zullen veelal niet in staat zijn,een vervangend pand te kopen van dezelf de omvang als het vernietigde. Bovendien worden in het belang van een behoorlijke weder opbouw minimummaten geëist voor gevelbreedte en goothoogte. Tenslotte is de beschikbare bouwgrond van 150 tot 114 h.a. verminderd in de kern van Rotterdam.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1947 | | pagina 3