Dikwijls werden er stenen bij geplaatst .Tot lake=grensbomen
dienden eik,beuk (bokin=merk)of den. Was een grensboom
door hoge ouderdom bezweken en gekapt,dan moesten oude lie
den uit de streek, de plek aanwijzen waar hij gestaan had.
Zo gaat het verhaal,dat F. de L., schout van de "Vuursche",
80 jaren oud;op "verbeuren van zijn hals" verklaren moest,
dat hij wist waar de "beukeboom op de Vuursche" had gestaan.
Zullen, nu aan de Landschapsverzorging zoveel aandacht be
steed wordt,struik en boom, me er dan de laatste jaren het
geval was, ook weer als grensteken dienst gaan doen?
De HEGGEN hebben door de eeuwen heen steeds de dubbele
functie van beschutting en begrenzing vervuld:vanouds zijn
de Nederlanden een heggenlandschap,een beschut landschap.
Julius Caesar klaagde daar indertijd al steen en been over.
De heggen hadden - en zij hebben dit trouwens op verschil
lende plaatsen nog - een geweldige omvang. In heuvelachtige
streken zijn ze als grensaanduiding weinig betrouwbaar.
Zij gehoorzamen aan heersende winden en vooral aan de syste
matische inwerking van een volhardende eigenaar tegenover
een minder waakzame buurman "Les haies marchent" zeggen de
Fransen en zij constateren zelfs een verplaatsing van 2 a 3
meter in 50 jaar.
Een wel zeer oude vorm van afscheiden,van vóór onze
jaartelling,is het omringen van het land door een walletje.
Voorbeelden hiervan treft men o.a. nog steeds aan op het
eiland Texel,op Wieringen en in het Noordse Veld bij Zeijen
in Drente.
De ontginning in de Karolingische tijd, die vooral bestond
uit het rooien van bos,bracht ons akkers en weiden,omheind
door wallen,bezet met akkermaalshout. Behalve als afschei
ding dienen ze beide o.m. tot bescherming van plant en dier
tegen de wind.
Dat houtwallen ook nog het verstuiven van de grond tegen
gaan wordt bestreden, wel verlenen ze huisvesting aan wild
en voor de landbouw nuttige vogels.
Heel fraaie voorbeelden van houtwallen zijn nog aanwezig in
de omgeving van Zundert, Sprundel en Chaam.
"Over een grote uitgestrektheid waren SLOTEN gegraven"
zo staat er in de Egil sage, die ons verhaalt van een plun
dertocht van de Wikingen naar Friesland in het jaar 955.
10.