IETS OYER GRENS A AN DUIDINGEN.
In de Oudheid trachtte men de GRENSSTEEN te beschermen
door hem onder de invloed van een geheime macht of godheid
te stellen. Hij had bij de Romeinen dikwijls de vorm van een
BEELD, dat bij hen Jupiter terminalis voorstelde. Het hoofd
van het beeld was gevormd als een manshoofd,met krullende
haren, die tot op de borst neervielen.Het lijf was pyrami-
disch van vorm, zonder armen, waardoor men te kennen wilde
geven,dat diegene, die de grens naderde,zichzelf als ar-
menloos moest denken, zodat hij de grens met geen vinger
mocht aanraken.Tenslotte moest de enige voet het symbool
zijn van de vaste onbeweeglijke stand en van de duurzaamheid
van het tussen twee buren gesloten verdrag.Werd door de
buren een grensvrede gesloten, dan kwam deze tot stand
door een offermaal.De grenssteen werd gezalfd,gekranst,be
wierookt en daarna in tegenwoordigheid der deelnemers op
de voor hem aangewezen plaats gebracht: OF HET BLOED EN DE
OYERGEBLEYEN BEENDEREN VAN HET OFFERDIER,omdat deze in de
grond niet vergaan en daarom later als HERKENNINGSTEKEN
konden dienen. De buren pleegden elk jaar een ommegang te
houden.Op verplaatsing stond bij de oude Latijnse volken een
vreselijke straf. "Wie met het ploegijzer de grenssteen aan
raakt, zal met de ossen aan de helse goden als zoenoffer
ten deel vallen stond in de. oude Romeinse wet.
In de Romeinse koloniën werden de grenzen van grond
stukken aangeduid met stenen van VERSCHILLENDE VORM, voor
zien van verschillende tekens.Hun vorm was zelfs zodanig
gekozen, dat voor ingewijden de ligging van de ene grens
steen ten opzichte van de andere bekend was. Een driehoe
kige steen stond in een snijpunt van grenzen.Een ingebei-
telde, slangvormige lijn betekende een kromme grens. Soms
beitelde men de letters van het alphabet in de stenen of
wel bij Staatsbossen of gemeenteweiden, de letters,die ge
zamenlijk de naam van het grondstuk vormden .Was het aantal
stenen geringer, dan dat der letters,dan kregen sommige
stenen méér dan één letter;in het tegengestelde geval
bleven stenen, die gemakkelijk te vinden waren, zonder aan
duiding. In houtrijke streken gebruikte men PALEN, die ge
heel in de grond werden geslagen,na ze met PEK bestreken'
te hebben,om het verweren tegen te gaan.Als zichtbare te
kens werden rondom de grenspaal een aantal kleinere palen
geplaatst.
8