lingon dor rochto, lood, ovonwijdigo on schuine lijnen,
die dor hoeken en vlakken,der veelhoeken of rechtlijnige
figuren en vinding van dcrzolver inhoud,die dor eigen
schappen en evenredigheden der rechtlijnige gelijkvormige
figuren,van de cirkel, zijn snij- en raaklijnen, vinding
van de omtrok en inhoud, de oplossing van enige der
voornaamste meetkundige vraag- en worlcstukicon, do ken
nis van de inrichting en van de verhouding der verschil
lende schalen, de praktische regelen voor het vinden van
de inhoudsgrootte van veelvlaklcige lichamen en van de
bol.
uit die taal in het Nederduits kan vertalen.
3. De Rekenkunde, hoofdzakelijk de kennis van de getallen
en van hun vier hoofdbewerkingen, de behandeling der
gewone en tiendelige breuken, de leer der evenredighe
den, de vierkants- en toerlings-worteltrekking,de leer'
der reeksen. De kennis van het stolsel van maten en go-
wichten, van de wijze van herleiding der meest gebrui
kelijke oude landmaten tot de nieuwe en omgekeerd.
4. Do Meetkunde, hoofdzakelijk do kennis dor algemene bepa-
5. De rechtlijnige Driehoeksmeting benevens het gemakkelijk
gebruik van Logarithmen en Sinustafelen,met de toepas
sing op voorkomende gevallen.
6. Het tekenen van kaarten en het overbrengen derzelve op
andere schalen.
7. Enige kennis en denkbeeld van het waterpassen.
8. De verklaring van de inrichting en het gebruik der ge
wone tot landmeting vereiste werktuigen.
9. De bekndheid met de instructiën, plannen, registers en
staten van het kadaster, derzelver gebruik en bestem
ming.
b. Voor de Landmeters der 3e Klasse wordt gevorderd
1. Hetgeen hiervoor van 1 tot 9 is voorgeschreven,in een
meer grondige zin, mitsgaders genoegzame geoefendheid
om in een duidelijke en beknopte stijl ambtsberichten
over hun verrichtingen of bevindingen uit te brengen.
2. Bekendheid met do voornaamste bepalingen der wetten op
do grondbelasting en op de vrijdommen en de afloop der-
zelve, voor zoverre het kadaster daarbij is betrokken.
3. Hot maken van oen uitgewerkte schets volgens het plan
van een ingewikkeld terrein mot de stelling dor hoofd
en mindere lijnen van constructie,voor de opmeting en
kaartcring nodig, en overbrenging en kaartoring van dat
terrein op een kleinere schaal
*1 o
