r gelijk zijn aan de richtingsverschillen in 51» Daarom wordt nu form. H.T.W. nr. 13 ter hand genomen, (Zie Harkink blz. 64). Daar de afstanden van 51 tot A, B en C grote onderlinge verschillen vertonen, geef ik g hier niet dezelfde waarde, maar een waarde, die afgeleid is uit de formule 40,53 a 2 .2 m2 (H.T.W. blz. 37). 196 Voor d en m neem ik resp. aan 3 om. en 5 dmgr, al is hier voor ook een andere keuze te doen. Form. 13 wordt nu als volgt ingevuld (overbodige kolommen zijn weggelaten) 8 1 2 3 6 7 221.6489 221.6489 A 0. 0 0 4.10 B 54.9796 233.3312 484 6.40 C 77-3410 255.6910 500 0.14 335.7590 221.6486 10.64 221.6486 54.9798 77.3396 157.4076 Volgt nu de bewerking van form. H.T.W. nr. 24 (polygoon- formulier). Misschien is het nieuwe model nog niet aan al le lezers bekend, maar omdat het in de praktijk uitstekend voldoet, adviseren wij belangstellenden zich er van op de hoogte te stellen (zie ook Harkink blz. 188). In het geval, dat wij met slechts één verre richting in het eindpunt te maken hebben,vullen wij het punt waarop gericht is in op de bovenste regel van het 1ste vakje van kolom 3. In ons geval schrijve men daar Oriënt g Voor het beginargument wordt ingevuld 21.6486, d.i. het bedrag gevonden voor de oriëntering in form. 13,verminderd met 200, en op de tweede regel voor de hoek 335,7590. Dit is het bedrag,dat ik vind in form. 13,kolom 3 laatste re gel,dus het bedrag,dat de richtingsmeting in 51 naar 52 aangeeft. 21.6486 335.7590 Oriënt g 51 52 Dit in afwijking van de aanwijzing die de Heer Harkink geeft op blz. 196. Aan de hierboven gevolgde wijze van in- 4. II P

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1947 | | pagina 5