298.6095 207.1019 - 19 56 105.7095 196.4830 - 20 0.995981 - 0.089565 191.563 57 - 5183.6.59 - 43225.30 102.1905 51.7880 - 15 0.9994-08 - 0.034402 16.8.24-5 58 - 31668.45 - 43231.12 555.9770 - 106 99 - 172 1141.767 Oriënt g* 1 0.112 0.196 *s Gravenhage, Juli 194-7. C.A.C.Best. -o-o-o-o—o-o-o- OPGAVEN MET EEN IANDMEETKUIIDIGE IHSLAG Vraagstuk IV zou reeds op te lossen zijn zonder dat de hoeken in de gegeven punten C. en D. bekend waren. Dit probleem staat in de landmeetkundige literatuur aan geduid als het vraagstuk der beide puntenparen of het probleem van Hansen, een Deens astronoom uit de vorige eeuw, die er een géschikte logarithmische rekenmethode voor ontwierp die al is hij interessant,voor ons door do intrede der rekenmachine geen praktische waarde meer heeft. Zonder de hoeken in de punten C en D te kennen was het aantal gegevens juist voldoende. In het gestelde geval zijn evenwel door overtollige waarnemingen alle hoeken in de driehoeken ABO en ABD bekend. Enkele inzenders waren er niet mee op de hoogte dat de sluitfout nu gelijkelijk over de drie hoeken in elke driehoek moet worden ver deeld; zij hadden de correcties aangebracht evenredig aan de sinussen der hoeken. Dat is fout. Omdat dezelfde kwes tie herhaaldelijk voorkomt bij centreringen door middel van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1947 | | pagina 9