kaarteering op schaal 1 500 de coördinaten met twee
moeten vermenigvuldigen om de grondschaal 1 a 1000 te
kunnen benutten, voor de schaal 1 a 2000 woi-den de
oorspronkelijke coördinaten door twee gedeeld.
Op analoge wijze wordt gehandeld net schalen, die zich
n beter aanpassen bij de grondschaal 1 2500
Hoevrel in de H.T.W. het vermelden van drie maten voor
de afstanden van de hoekpunten tot de uiteinden van het
assenkruis als aanwijzing voorkomt, moge er hier nog
eens nadrukkelijk op worden gewezen, dat het om reeds ge
noemde redenen zeer gewenst is vier maten op te geven.
Verder dient men er op bedacht te zijn, dat er een stand
van het assenkruis mogelijk is, waarbij de twee assen de'
beide lange zijden van het papier snijden. Ook is het mo
gelijk, dat één van de korte zijden van het papier door
één der assen wordt gesneden en niet de andere korte zij
de
Tenslotte enige opmerkingen, die bij het doornemen van
de blzn. 38 - 41 van het boek "Landmeetkundig Tekenen"
bij mij zijn opgekomen. Zelf heb ik nog al eens te maken
gehad met het naken van planblaadjes voor plans 1 a 1000
(Oude toestand 1 2500). Daarbij vond ik het altijd zeer
prettig het planblaadje aan te leggen op schaal 1 2500
Het grote voordeel was, dat op de volgende wijze met
behulp van het plan 1 a 2500, waarop de punten van de
meetkundige grondslag voorkwamen., de stand van het nieu
we plan kon worden bepaald.
Op het oude plan wordt een vel papier gelegd,waarop 'n
ruitennet voorkomt (ruiten 4 cm.De langs de omtrek
van het blad gelegen punten zijn op dit ruitennet aange
geven.
Men plaatst het ruitennet nu in een zodanige stand (op
de kopiëerspiegel)dat deze punten zo goed mogelijk sa
menvallen met de overeenkomstige punten op het plan 1
2500.
Hierna wordt over deze beide vellen papier een derde ge
legd, waarop met de vereiste nauwkeurigheid een recht
hoek is afgebeeld met afmetingen van 40 x 26,8 cm (2/5
van lengte en breedte van een plan
Deze rechthoek wordt ten opzichte van de beide onder
ste bladen in een zodanige stand gebracht,dat de punten,