De Centrale Personeelsdienst heeft zich langzamerhand
ontwikkeld.
OMTmaSTEN JEN UITaAVEN_BPRQ-EPLIJK PENSIOENFQ^DS^^
(raming dienstjaar 1948
Ingevolge het bepaalde in het le lid van art. 23 der
Pensioenwet I922 (Stsbl, 240) is, volgens overeenkcm.-
stige regelen als voor de Rijksbegroting zijn vastgesteld,
aan de He Hamer aangeboden het ontwerp van Y/et, houden
de de begroting van uitgaven Algemeen Burgerlijk Pensioen
fonds jaar 1948.
In dit ontwerp zijn tevens verwerkt de middelen,welke
zijn aangewezen tot dekking van deze uitgaven.
Wederom is de salarislast hoger geraamd n.l.
1.330.680.- tegen 1.023*664.- toegestaan voor 1947).
De ramingen zijn nu geheel aangepast aan het huidige
prijsniveau. Het ambtenarencorps voor de buitendienst van
de Pensioenraad is uitgebreid, waardoor in het bijzonder
de reis- en verblijfkosten meer vragen.
Aan het Staatsbedrijf der P.T.T. wordt 42.000.- ver
goed i.v.m. diensten bewezen bij de uitbetaling der pen
sioenen volgens de in 1947 ingevoerde betalingen met
behulp van Hollerith-ponslcaarten, bij verschillende van
onze leden wel nekend.
De uitgaven voor de gehele dienst zijn geraamd on
318.091.162.
Het geraamde batig saldo is 70*500.000♦-
Zodat uit de middelen voor
de gewone dienst moet worden
gevonden een bedrag van 247.591*162.-
blijkens de uitgewerkte en
toelichtende staat van ontvangsten en uitgaven
als volgt
Huur kantoorgebouw f
rechten van bezwaarschriften
van het Rijk terugontvangen vergoeding
aan P.T.T. betaald
van ambtenaren terugontvangen kosten
van geneeskundig onderzoek
Inhoudingen art. 13a- A.R.R. en art 14
Arbeidsovereenk. besluit
verdeeld
12.600
600
300
5000
13100
—O—O—O—O—O*"