omstandigheden inzake de Rv. de landaanwinning door
droogmaking en ontginning niet meer de aandacht ver
dient, te meer daar deze middelen een reële land winst-
betekenen, terwijl het bij Rv. toch in hoofdzaak om rela
tieve landwinst gaat.
Vele anderen vroegen wanneer de pachtwetgevingseom-
missie haar taak denkt te hebben beëindigd. Zij meenden,
dat in afwachting daarvan met spoed maatregelen dienen'
te worden getroffen om de ruil van grond mogelijk te ma
ken zonder de omslachtige en kostbare ruilverkavelings
procedure toe te moeten passen.»
Onderlinge ruil van' de grond, zodanig, dat de afstand
van de percelen tot de gebouwen tot een minimum wordt
beperkt en een zoveel mogelijk aaneengesloten ligging
wordt verkregen, lijkt het minst kostbare en vlugst wer
kende middel om tot kostprijsverlaging in de landbouw te
komen. Dat daarnaast een wijziging van de Rui lverka-ve lings-
wet dringend gewenst is in die zin, dat daarin het begin
sel van de dwangpacht wordt opgenomen, is duidelijk.
Worden er, zo vroegen deze, maatregelen overwogen om
te voorkomen, dat de bij een Rv. verkregen voordelen weer
spoedig te niet worden gedaan, door verkoop of verpach
ting van delen van bedrijven. Reeds lange tijd wordt in
landbouwkringen gesproken over een wetsontwerp, dat de
vervreemding van landbouwgronden, zou regelen. Zij begrij
pen niet waarom met de indiening van een dergelijk wets
ontwerp zo lang wordt getalmd.
Tenslotte werd geinformeerd naar de consequehties,die
de Regering denkt te trekken uit de aanneming van de
Herverkavelingswet Walcheren 1947 en de daarin neerge
legde nieuwe beginselen. Hoe groot is de oppervlakte
waarover de verbrokkeling van het grondgebruik even
grote of nog grotere afmetingen heeft aangenomen als on
Walcheren
En bij de openbare behandeling op 18 December 1947 van
Hoofdstuk XI (Landb., Visserij Voedselvoorz.der Rijks
begroting 1948 merkte het Kamerlid Vondeling o.m. op:,..
Ik zei reeds, dat de grond bijzonder schaars is en ik
acht het daarom wenselijk, dat de Regering, zoveel zij dat
kan, doorgaat met de uitbreiding van de oppervlakte cul
tuurgrond, dus doorgaat met de droogmaking en inpolde-
ring van gronden en ook met de verbetering en herontgin-