een verblijf van een jaar in Engeland en Amerika. Hij be
studeerde er de rekenkundige methodes.
De "Eniac" is een oorlogsproduct, zegt hij van dit ingeni
euze toestel.
"Het leger stelt eisen, waarbij b.v. honderd millioen
rekenkundige bewerkingen moeten worden uitgevoerd. Rekent
U maar uit, hoeveel tijd dat kost,als U voor iedere bewer
king tien seconden neemtI De Amerikanen bouwden nu in
achttien maanden de "Eniac" en die vermenigvuldigt twee
getallen van tien cijfers - om een eenvoudig voorbeeld te
nemen - in dén driehonderdste seconde."
Wij trachten ons deze milliardendans in een onderdeel
van een seconde voor te stellen, maar het gelukt niet.
Veel te weinig
"De machine houdt dat tempo bovendien vól", zegt ir.
van Wijngaarden. Zij kan ook delen, worteltrekken en nog
het een en ander. Het zal U misschien verbazen, maar dat
alles is nog veel te weinig! De "Eniac" kan maar twintig
getallen van tien cijfers onthouden - hèt probleem bestaat
hierin, dat dit een veel grótere hoeveelheid, moet worden.
Ei- zijn er nu in Engeland en in Amerika in aanbouw,die
maar één tienduizendste seconde nodig hebben,in plaats van
één driehonderdsteEr wordt daar in verschillende in
stituten volgens verschillende systemen koortsachtig aan
gewerkt. Zij zijn ook veel goedkoper. Er zitten. maar twee
drie duizend"radiobuizen in
Radiobuizen^ ja! de "Eniac" zit geen enkel rader
tje. Alles gaat electrisch. Achttien duizend radiobuizen
zijn er in verwerkt. Zij gebruikt vijftig kilowatt. De hitte,
daardoor ontwikkeld, wordt door tien machtige ventilato
ren weggezogen. Als je in die machine bent, is dan ook
het enige ,wat je hoort, het lawaai van die ventilatoren."
Afmetingen.
Hoe groot moeten we ons de Eniac dan wel niet voor
stellen?"
Zo iets als een telefooncentrale. Maar U moet zich
niet voorstellen, dat het een machinaal brein is.De her
sens zijn die van de ontwerpérs. Iemand met hersens zal
het niet in zijn hoofd halen, om een getal door nul te
gaan delen, maar de Eniac begint rustig aan die taak en
werkt dan tot in het oneindige door
Maakt zij nooit fouten
33.