bevoegdheden op het gebied van looncontröle en regeling
der arbeidsvoorwaarden bekleed. De functionarissen werkten
aanvankelijk regionaal. Het nieuwe besluit arbeidsverhou
dingen (K.B. 5 Oct. 1945, Stb. F 214) stelde het College
van Rijksbemiddelaars in. Dit college verleent vergunningen
inzake loonregelingen en keurt collectieve arbeidsovereen
komsten goed. Overtredingen van deze worden gestraft.
De Stichting van de Arbeid als toporgaan van de werkge
vers- en werknemersvakcentralen) geeft eventueel aan het
college adviezen van algemene aard.
Uit de publicatie van het Statistisch Bureau blijkt wel
dat reeds voor een belangrijk aantal bedrijfstakken binden
de regelingen van lonen en andere arbeidsvoorwaarden het'
bureau van het College van Rijksbemiddelaars verlaten heb
ben. Dank zij de activiteit der vakverenigingen begint dat
college, zij het dan ook nog onder direct toezicht van de
Regering, zijn oude erkende plaats bij de vaststelling der
arbeidsvoorwaarden weer in te nemen.
Het overzicht is beperkt gebleven tot regelingen,welke
voor een gehele bedrijfstak of althans voor een belangrijk'
deel daarvan gelden. Voor wat de nijverheids- en verkeers-
bedrijven betreft, blijkt wel,dat de bepalingen als regel'
niet gelden voor het administratieve personeel en derge
lijke groepen
Over het algemeen genomen kenden op 1 Jan, 1947 ook
belangrijke categorieën als winkel- en ander handels-per
soneel, huishoudelijk personeel e.a. nog niet een erkende
algemene regeling.
Het zou interessant zijn, indien cijfers genoemd konden
worden over het aantal personen, dat, in loondienst wer
kende, zich kan beroepen op door de overheid vastgestelde
of bekrachtigde regelingen, maar recente cijfers over dat-
aantal ontbreken nog op te veel plaatsen.
Er hebben oncontroleerbare verschuivingen plaats.De ver
houdingen liggen thans, mede door de toeneming van het
aantal militairen, de uitbreiding van het overheidsappa
raat, het bestaan van de "politieke delinquenten" en de
velen, die zwarte handel als een beroep uitoefenen, vaak
geheel anders dan vroeger.
Ruw geschal, en het overheidspersoneel meegerekend,
viel in Januari 1947 70van de loontrekkenden onder
regelingen en beschikkingen als bovenbedoeld,zonder het
overheidspersoneel en huispersoneel 75 a 80 van dat