on hoeve oude landmaat "Weer andere herinneren aan
het gobruik van de grond bouwlandnamen als hopakker
welke naam. ook als straatnaam bekend is, hophoven e.d.'
aan de begroeiing heermoeskamp,lieskamp) en aan de bo
demgesteldheid (overslaggrónden in het rivierkleigebied
dragen namen als zandakker,zandkamp, rooikamp rode
kamp, welke kleur veroorzaakt werd door sterke kwel).
Naast deze, goed af te leiden naamgêvingen,bestaan er
echter ettelijke, die onnaspeurlijk zijm, tenzij "belang
stellende lezers ons op de.goede weg kunnen helpen. -
We noemen slechts appert, bodsen (in Friesland bet»
botsen: 2% cent stuk) hengmeng hotschotten, kendert
keziek, kor, krang, lokert, ongewelden en vakeren.
Voor deze en andere zouden wij gaarne eèn concrete' af
leiding vinden. Er is een mogelijkheid,doordat wij be
schikken over een archief van meer dan 130 jaren
Hoewel aanduidingen op kadastralé en topografische
kaarten niet steeds betrouwbaar zijn, vaak vrerden verminkt
en op verkeerde plaatsen ingetekend, zou toch hun ver-
melding alleen reeds een aanwijzing kunnen geven. Belang
rijk materiaal'kan mede worden verzameld uit oude reke
ningen, leen-, pacht- en koopcontracten, processtukken
en oorspronkelijke aanw. tafels. De beste studiemethode
is echter opneming ter plaatse (onze métende ambtenaren
komen met hun terreinkennis het verstwaarbij met de
streektaal terdege rekening gehouden moet worden.
Met de studiën is men thans het meest gevorderd in het
rivierkleigebied. In de Bommelerwaard b.v. (zie Edelman:
de bodemkartering van de Bommelerwaard in mededelingen
v.d. Landbouwvoorlichtingsdienst 1943) gaat de bewoning
terug tot de ijzertijd,zoals zeer recente,nog niet gepu
bliceerde onderzoekingen aantonen. Boven de vondsten uit
de ijzertijd ligt de kleilaag. Na de Romeinse periode heb
ben er geen afzettingen meer plaats gevonden. De voor
werpen liggen op.het maaiveld. Woonplaatsen vond men
slechts op de hoogste plaatsen,op de oeverwallen langs'
de oude stroomdraden. Van perceleringen uit die tijd we
ten we nog niets hoewel Oosting er in zijn dissertatie
(W .A.J. Oosting: Bodemkunde en bodemkartering in hoofd
zaak van Wageningen en omgeving 1936) melding van maakt,
Dat er nog veldnamen uit de Romeinse periode aanwezig
zijn,wordt waarschijnlijk geacht