Maar door wie dit toezicht ook uitgeoefend wordt,deze persoon behoort voor de duur van -het werk te worden toege voegd aan de plaatselijke commissie en haar verantwoording schuldig te zijn. Administratief zal hij natuurlijk blijven onder zijn chef (de technische Hoofdambtenaar van de Ned. Heide Mij. 'of de Cultuurconsulent bij de Cultuurtechnische Dienst maar' het moet mijns inziens niet zo zijn zoals het nu vaajc is - dat een ambtenaar van de Cultuurtechnische Dienst met als chef de Cultuur-consulent aan deze verant- deskundige en is administratief aan zjjti bureau verbonden en kan dus op de beste manier met de landmeterodeskundige sa menwerken. Zelfs zou in dit geval deze cultuurtechnicus niet aan de commissie toegevoegd behoeven te worden,maar zou door het Hoofd van het ruilverkavelingsbureau ter voortdurende assistentie van de plaatselijke commissie beschikbaar kunnen worden gesteld. Hoewel deze oplossing voor mijn gevoel de beste is zullen we er rekening mee moeten houden,dat we dit niet kunnen bereiken. Ik vrees,dat noch het Departement van Financiën, noch dat van Landbouw hier aan zal willen,omdat het een uitbreiding van het personeel van de ruilverkave- lingsbureaux betekent'met een categorie van personen, die wij tot heden niet kenden,maar ik kan niet nalaten deze oplos sing, die in de practijk vlot en zonder moeilijkheden zou wer ken, naar voren te brengen. De heer Mesu wilde zich voor het toezicht bedienen van de cultuurconsulent,maar iedér,die de uitvoering van een ruil verkaveling meemaakt weet, dat' deze heren daarvoor niet in aanmerking komen,omdat hun alle tijd daartoe ontbreekt. Iemand, die in zijn ambtsgebied een stuk of tien ruilverkave lingen lopende heeft, een paar duizend boerenwerken moet adviseren, in verschillende commissie-vergaderingen aanwe zig moet zijn, en daarenboven nog enkele ruilverkavelingen moet voorbereiden heeft geen tijd om zich met het dagelijks toezicht op ruilverkavelingswerk te bemoeien. Hun bemoeienis met iedere ruilverkaveling kan slechts oppervlakkig zijn. Ook de landmeter-deskundige heeft geen tijd voor serieus toezicht en deze beide heren kunnen voor dit soort toezicht dan ook gevoegelijk worden uitgeschakeld. Er blijft dus voor het toezicht weinig anders over dan een ambtenaar (opzichter) van de Ned. Heide Mij. of van de Cul tuurtechnische Dienst, meestal bijgestaan door enig lager personeel (werkbazen) want teveel toezicht zal men niet gauw hebben,wel tekort.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1948 | | pagina 33