woording schuldig is en slechts ten dienste staat van de
plaatselijke commissie wanneer zijn chef dit gedoogt of dat
een opzichter van de Ned. Heide Mij., die zich flink in
het werk heeft ingewerkt, zonder overleg met de plaatsèlij-
ke commissie op een ander object wordt tewerk gesteld.
Ik wil hiermede allerminst zeggen,dat ik persoonlijk dergelijke
onaangename ervaringen heb opgedaan. In Kruiningen,waar wë
met' allerlei mensen op allerlei taanieren werken is de sa
menwerking plaatselijke commissie - landmeter-deskundige -
cultuur-consulent - toezichthoudend personeel van de Cultuur
technische Dienst en Ned. Heide Mij. uitstekend en op dit
punt horen we geen wanklanken. Een ieder begrijpt de belangen,
de wensen en de moeilijkheden van de ander en daardoor blij
ven strubbelingen van enige betekenis gelukkig uit,maar deze
manier van werken, bergt een bron van moeilijkheden in zich'
en waar de persoonlijke gevoelens vlugger geraakt ne geirri-
teerd zijn, biedt de tégenwoor&ige werkwijze grote kans op on
telbare moeilijkheden, zeèr ten nadele van het werk en van de
werklust der betrokkenen»
Zijn de nodige opzichters aan de plaatselijke commissie
toegevoegd, dan kan zij zonder moeite ook het toezicht op de'
uitvoering der werken uitoefenen,daarmede ongetwijfeld hande
lend in de geest van art. 44.
In de bestekken opgemaakt door de Ned. Heide Mij, Grontmij
of ingenieursbureau in opdracht van de plaatselijke commissie
in overleg met de Centrale Cultuurtechnische Commissie,wordt
onder de paragraaf "Algemene voorschriften meestal verwezen
naar de A.V. 1?38 en worden de woorden "Minister" ,"Het Rijk"
gelezen als "de Centrale Cultuurtechnische Commissie, secre
tariaat te'Utrecht, Maliesingel 12 en voor "Hoofd Ingenieur"
Directeur", "Hoofd Ingenieur" de plaatselijke commissie voor de
ruilverkaveling te voor "Directie" wa
re te lezen "de landmeter-deskundige en de technisch ambte
naar van de Cultuurtechnische Dienst od de opzichter van de
Ned. Heide Mij.
Daarbij dient voorop te staan,dat de technisch ambtenaar
of de opzichter namens de plaatselijke commissie het dagelijks
toezicht uitoefent,terwijl de landmeter-deskundige moer het
algemeen toezicht voor zijn rekening neemt. In nauw contact
met dé betrokken opzichter regelt hij de gang der werkzaam-'
heden, kan hij aanwijzingen geven in geval van 'moeilijkheden
als zijnde de man, die alles van de ruilverkaveling weet, kan'
hij met de aannemers de financiële gevolgen van bepaalde maat-
32.