De grootste moeilijkheid schijnt wel het gebrek aan ar
beidskrachten op te leveren. "We hebben te weinig arbeids
krachten in alle opzichten", aldus de heer Mesu. "Behalve'
cultuurtechnisch personeel hebben we nodig geodetisch per
soneel, landmeters en veldassistenten. Vooral aan deze
laatsten is een tekort. Verder is het zeer moeilijk arbei
ders te krijgen voor verschillende kunstwerken in het kader
van ruilverkaveling.Hetzelfde geldt,wat grondwerkers be
treft".
Daarom overschatte men de mogelijkheid van Ruilverkaveling
niet,
UIT 15e VERG, 11/2 1948 VAN DE Ie KAMER. Blz. 93 (600).
Algemene politieke beschouwing Rijksbegroting.
Het Kamerlid Kropman heeft het volgende opgemerkt:
Een van de gronden tot ontevredenheid is de verregaande
bureaucratie op bijna alle terreinen van het maatschappelijk
leven,voor zover de Staat zich daarmede bemoeit. Ik zal
daarvan geen voorbeelden aanhalen, iedereen kent ze
De bureaucratie is een probleem geworden. Ik heb mij wel
eens afgevraagd of niet één der oorzaken van dit probleem
hierin is gelegen, dat de apparatuur van het Kabinet ver
ouderd is. De Regeringsbemoeiïngen zijn enorm uitgebreid,
de apparatuur is in hoofdzaak dezelfde gebleven,De uit
breiding van personeel betreft voor het overgrote deel de
lagere rangen. In dé middelrangen en aan de top, dat wil'
zeggen in de rangen,waar verantwoordelijkheid wordt gedra
gen, is de uitbreiding niet evenredig aan de nieuwe taken.
En niet alleen de uitbreiding is achterwege gebleven, ook
wat ik zeer belangrijk acht - de specificatie met de daar
mee verbonden verantwoordelijkheid is niet meegegroeid.
Ik vrees „dat tal van hoger geplaatste ambtenaren zó over*»'
tuigd zijndat zij en zij "alléén d"e verantwoorde lijkhë id "kun
nen dragen.dat zij aan de andere hóóg-, maar iets minder
hdóggeplaatsten geen stukje verantwoordelijkheid durven
over te dragen. Dit leidt niet alleen tot verstarring van
de dienst,het leidt er ook toe,dat bekwame ambtenaren de
liefde tot het werk gaat ontbreken en dat zij er niet toe
komen eigen initiatief te ontplooien.
Het lijkt er soms op,als of een ambtenaar met initiatief
deswege als een minder goed ambtenaar wordt beschouwd.
In een modern bedrijf zal de directeur van tijd tot tijd be-