sprekingen voeren met de leiders, der afdelingen en de lei
ders dier afdelingen zullen contact houden met hun onderge
schikten; in overheidsdienst gebeurt dit niet, ik wéét niet,
waarom niet, ik weet wel,dat dit verouderde stelsel,waarbij
in ieder Departement de verairbw, slechts bij enkele personen
berust, een der oorzaken is vufiyd¥e&?§toc¥&%ieDit alles
we let een gevóél van onbehagen bij de bevolking.Ik ben er
van overtuigd, dat een deskundig onderzoek op dit punt zal
leiden tot grote bezuiniging en tot minder klachten over
bureaucratie
HfilTOELINGEH Ie KAMER. VERG-. 25 FEBRUARI 1948.
Vaststelling Hoofdstuk V Rijksbegr. (Binn.zT).
Minister Witteman heeft de salariëringen besproken.Hij zei
o.m. het volgender Ik kom thans' tot het volgende punt,dat
deze Kamer heeft beziggehouden - en zeer begrijpelijk - de
ambtenaarssalarissenMisschien is dit één van de partijen,
waarin ik met remise genoegen zal nemen, want ik vrees,dat
ik in dit opzicht de Kamer niet geheel zal kunnen bevredigen'.
Bij het beleid inzake de a. ben ik uitgegaan van het Re
geringsbeleid betreffende de lonen en prijzen. Dat was voor mij
het logische rpius. Dar was het beleid,dat ik vond,toen ik
minister werd en waarbij ik mij heb aangesloten, omdat ik anders
deze functie niet zou hebben aanvaard. Dit gaat dus voor mij
voorop. Het gaat dan verder om een rechtvaardige verdeling
van de z.g. armoede koek. Voorop staat dus de loon- en rpijs-
politiek van de Regering,die ik als gegeven aanvaard heb en
waar we niet onderuit kunnen, willen we niet komen tot in
flatie en wat daarmee samenhangt. Binnen dit kader moet een
rechtvaardige verdeling worden bereikt.
De Regering is er inderdaad niet in geslaagd een recht
vaardige verdeling binnen dit kader te bereiken. Ik zou
haast zeggen: natuurlijk is de Regering daarin niet geslaagd,
want ZO eenvoudig is dat niet. Dit is eën voortdurende zorg
en een qüestie van dagelijkse inspanning, niet alleen van dé
Regering,maar ook van het voorlopig georg. overleg.Wij moe
ten voortdurend toe zien, dat hier geen ongelijkheden ontstaan
en dat de z.g. plooien worden gladgestreken.
Een belangrijk middel om hiertoe te gèralcen.is de z.g.
technische herziening van het B.B.R.R. Die technische her
ziening - ik heb het ook reeds in de He Kamer gezegd - moet
men niet al te technisch nemen Men moet dat woord "tech-