nisch" niet al te nauw nemen.
Zij heeft de bedoeling om die verdelende rechtvaardigheid
binnen het kader van de Regeringspolitiek ten aanzien van
de lonen eh prijzen te bereiken. Dit is niet een zaak,die'
op de lange baan moet worden geschoven en die aan de kap
stok van de een of andere commissie moet worden opgehan
gen. De Salariscommissie ad hoc, die de plaats inneemt van
het georg. overleg, is daarmee voortdurend bezig. Zij komt
telkens met voorstellen "bij de minister en deze doet dan
tegenvoorstellen.
Waarom duurt deze zaak zo lang De reden daarvan is,dat er
wel eens wat meer gevraagd wordt aan de Regering dan de Re
gering met het oog op de algemene Regeringspolitiek meent
te kunnen geven. Dan gaat de zaak terug en krijgt men weer
onderhandelingen.Men behoeft achter niet bang te zijn,dat de
onderhandelingen ad calendas graecas zullen duren. Ik zou
haast zeggen: wij gaan niet alleen de goede kant op,maar wij
staan vrijwel voor een accoord. Ik hoop,dat dit accoord zal
meevallen. Wanneer de technische herziening,misschien binnen
enkele maanden,tot stand komt,zal zij terugwerkende kracht
hebben tot 1 Januari 1948.
De ambtenaren, die daarvan zullen profiteren - dat zullen
niet allen zijn, laat men zich in dit verband niet al te grote
voorstellingen maken,niet alle ambtenaren zullen daarvan
profiteren want dan komen wij weer in strijd met de Regerings
politiek t.a.v. lonen en prijzen, het betekent alleen,dat
schrijnende tegenstellingen, fouten op het punt vah de ve'r de -
lende rechtvaardigheid zullen worden weggenomen - zullen'geen
schade hebben van het feit,dat het langer heeft geduurd ,want'
de herziening zal tot stand komen met ingang van een terugwer
kende datum. T.a.v. alles wat daarbij ter sprake komt vraag ik
mij af of het juist zou zijn van mijn kant daarover thans op deze
plaats uit te weiden. Er komen allerlei dingen bij ter sprake,
die door verschillende afgevaardigden naar voren zijn gebracht.
Men behoeft niet bang te zijn, dat deze punten aan de aandacht
van de Salariscomm. ad hoe, zullen ontsnappen en zeker ook aan
mijn aandacht niet
(Voor mededelingen uit het Voorlopig Verslag van de Ie Kamer
m.b.t. deze onderwerpen, verwijzen wij nog naar "De Centrale"
van 3 Maart 1948).
-o-o-o-o-o-
38.