een aanwijzing geeft. De meetgetallen resp. te plaatsen bij P en Q, zijn 223,49 en 12,26. Goede oplossingen volgens 1= werdén ontvangen van de he ren P. van Beek, A..W. Boelhouwer, S. de Boef, R.Ottenen P. Wijchman, en volgens 2£ van de heren M.C* Breemans, H.A. Olink en R. Walinga. Opgave X. Gevraagd de oplossing van de oppervlakteberekening, opge geven op het tweede examen voor tekenaar van het Kadaster, April Mei 1948. (Zie pagina 11 van dit orgaan). Oplossingen worden voor 1 Juli a.s. ingewacht door Me j C.A.C.Best, Conradkade 60 Den Haag. Bereken de grootten van de percelen 284 t/m 287. De maten bij de voetpunten der loodlijnen zijn alle nauwkeu rig, U dient de hulpberekeningen zeer duidelijk en overzichtelijk en met de nodige schetsen op afzonderlijk papier (dus niet op het formulier Herm. 8) uit te voeren. Zie verder tekening bladzijde 11.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1948 | | pagina 11