1-, het inrichten van de meting en GROOTTEBEPALING. Art. 77 punt 15 van de I.K. bepaalt, dat metingen voor over dracht of vestiging van zakelijke rechten bij voorkeur zo moe ten worden ingericht, dat de grootten van de nieuwe perce len kunnen worden berekend uit meetgetallen of kunnen wor den afgeleid uit een kaartering op grote schaal. Bij het formuleren van bovenstaand artikel werden derhalr*.- ve twee overwegingen tot uitdrukking gebracht en wel: 2^, het bepalen' van de grootte. Aan het onder 2° genoemde willen we hier enige aandacht be steden, ook al lopen we hierbij het gevaar, dat verschillende lezers het geval met de opmerking "te theoretisch" voorbij gaan. Ook nu nog wordt immers bij de oppervlaktebepaling voor percelen, van welke de berekening uit meetgetallen of uit een kaartering niet voor de hand ligt, de uitpassing op hulp- kaart of bijblad te baat genomen. Afgezien echter van de vraag of het - mede in verband met de daaraan te besteden tijd - verantwoord mag worden geacht een meer uitgebreide berekening op te zetten terwille van een mis schien in enkele ca. uit te'drukken nauwkeuriger oppervlakte, kan zich het feit voordoen dat een meer juiste groote mag worden verlangd. Heeft men in onderstaande figuur alleen de omtrek en de lengte der deellijn gemeten, dan kan op de hier volgende wijze de oppervlakte worden berekend overeenkomstig de bedoeling van artikel 77 I.K. 1- Beschouw AB als Y-as O met A als oorsprong en bepaal met behulp van een gradenboog het argument Q van AD. Bepaal de coördinaten van B, C, en D zoals in 3 een voorbeeld hierna wordt uitgewerkt. 3- Bepaal de coördinaten van E en P als meetpunten, o Ar Bereken de afstand EP. 52 Bepaal, indien de berekende lengte EP juist bevonden is, de coördinaten van de eindpunten der eventuele verdere tussen-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1948 | | pagina 13