doende wegen en onvoldoende afwateringsmogelijkheid, (een zeer
gering verval van 2 3 cm. per km.waardoor in het natte
jaargetijde het water veel te hoog kwam te staan, waarvan-het
grasbestand dan ook duidelijk sporen vertoonde.
Ook de bemalingscapaciteit was reeds lang onbevredigend.Toen
dan ook in de oorlogsdagen van 1940 één van de 3 gemalen
verwoest werd en vervolgens bleek, dat delanderijen tenge
volge van de inundatie-zwaar hadden geleden, pakte het Wa-
terschap"Beoosten de Eem" de moeilijkheden fors aan en diende
een aanvraag tot ruilverkaveling in.
Het Bureau-Kielman en Bootsma te Leeuwarden,tech
nisch advies-bureau van het Waterschap en later de Cultuur
technische Dienst te Utrecht ontwierpen een fraai plan voor
de nieuwe bemaling en ontsluiting van het gebied door aanleg
van nieuwe wegen en waterlopen. De bemalingscapaciteit zou
worden opgevoerd door het stichten van 2 nieuwe gemalen i.p.
v. het ene verwoeste; de capaciteit der betsaande gemalen
zou ten volle moeten worden benut; enkele ruime weteringen
moesten zorgen voor de verbinding der verschillende bema-
lings complexen, zodat bij het defect raken van het één, een an
der gemaal de taak zou kunnen overnemen. Terder waren er
460 km. nieuwe en te verbeteren wegen en 60 km. nieuwe en
te verbeteren waterlopen in opgenomen.
Tevens kon het polderpeil met 30 40 cm. worden verlaagd",
wat voor drassige,veenachtige grond van groot belang was
en waardoor ook de lager gelegen landerijen beter in cultuur
konden worden gebracht.
Een aardige bijzonderheid is, dat deze verlaging niet
op het gehele gebied toegepast kon worden. In de bebouwde
kommen van Spakenburg en Bunschoten,enclaves in het ruilver-
kavelingsblok, zijn de gebouwen in verband met de drassige bo
dem,bijna alle op palen gefundeerd. Deze palen zijn ingeheid
tot even beneden de grondwaterstand,om verrotting te voor
komen. Zouden deze nu door het verlagen van het polderpeil
boven water komen, dan zou een algemene verzakking dier hui
zen het gevolg zijn.Een apart bemalingsblok is daarom gevormd
rond deze dorpskernen,dat op het bestaande peil gehandhaafd
blijft.
In 1941 werd de stemmingsvergadering gehouden,waar
bij een flinke meerderheid zich vóór de ruilverkaveling uit
sprak.Hiermee begon het werk voor het Ruilverkavelingsbu
reau Utrecht.
De kadastrale plans van het gebied bleken slechts