DOTAITGPACHT EN PACHTDWANG. oc Dwahgpacht heeft zijn aanhangers en be strijders. Het is een zaak, die vooral het laatste jaar zeer veel werd besproken» De ervaring heeft wel geleerd,dat in ver- schillende gevallen, wanneer het gemeenschapsbelang dat noodzakelijk maakt, dwangpacht wel het enige middel is om tot een redelijke vorm van grondgebruik te komen. Voor vele ruilverkavelingen bereikt men met dwang pacht zeker succes. Uit de Kamerdebatten bleek echter evenzeer, dat niet voor alle ruilverkaveling eenzelfde' systeem behoeft te worden .-ee gepast. De heer Zeger Had- ders stelde daarbij de provincie Drenthe als voorbeeld. Er komen daar veel goede verkavelingen tot stand. Met de verhuur van de inmiddels op andere plaatsen gelegen grond hebben zich in Drenthe hoegexiaamd geen moeilijkhe den voorgedaan. Invoering van pachtdwang heeft daarom zijn sympathie niet. Art. 19, lid 1, der Ruilverkavelingswet, zoals die in 1938 werd vastgesteld (laatstelijk gewijzigd 19 Juli 1941) zegt wel "Bij elke ruilverkaveling worden de zakelijke rech ten, bet recht van huur en van pacht en de lasten, welke op de onroerende goederen rusten,geregeld of opgeheven, onder regeling van de geldelijke gevolgen daarvan Maar de algemene opvatting geldt, (oföchoon daarover geen jurisprudentie bestaat), dat regeling van pacht hier niet kan betekenen het vestigen van pachtverhoudingen tegen de wil van êên of beide partijen. Dit komt dus hierop neer, dat door een ruilverkaveling wel ,de eigendomsverhoudingen binnen het kader der wet zo' goed mogelijk kunnen worden verbeterd, doch in veel minde re mate geldt dit voor de sanering van de pachtverhoudin gen. Bij de uitvoering van ruilverkavelingen blijkt dan ook in verschillende gevallen - dit geldt speciaal bij pacht van' los land - ,dat voor de pachters geen bevredigende oplos sing kan worden verkregen, omdat b.v. de ligging van het pachtland niet zo gunstig mogelijk kan worden gekozen of de samenvoeging van gebruikspercelen van dezelfde pach ter niet behoorlijk kan plaats vinden. Haar het oordeel van het Kamerlid Verhey vragen derge lijke bezwaren wel degelijk een spoedige wettelijke regeling.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1948 | | pagina 29