3e. Het verlenen van een gestalte aan een steeds wisselend natuurlijk beeld, zoals dat op bepaalde momenten aanwe-» zig is in de ruimte, ten dienste van het kaartdoel op genormaliseerde grondslag uitgevoerd naar voor dat doel uit te kiezen stoffelijke gegevens. 4e. Het accentueren of verzwakken van enkele vormen en zaken. 5e. Het tonen van landmeetkundige en andere eigenschappen, die in de natuur niet direct of in *t geheel niet te zien zijn. Op bepaalde wijze wordt er aldus van de kaart meer geëist dan van een andere afbeelding, terwijl de kartograaf vele mogelijkheden, bruikbaar bij het maken van gewone afbeeldin gen, niet ter beschikking staan. Eisen enerzijds en beperkingen anderzijds hebben tot een ver nuftig bedachte kleinkunst geleid. Deze is toegepast in verschillende kartografisehe afbeeldingsmanieren. De wijze van afbeelding verandert afhankelijk van de afbe'eldings- grootte, dus volgens de schaal der kaart, zij verandert af hankelijk van het af te beelden gebied, van het doel der kaart, van de beschikbare technische en financiële midde len, van de bekwaamheden en gewoonten van de vervaardigers enz. In tegenstelling met de mathematische, technische en aardrijkskundige, verwante wetenschappen, de leer der kaartprojecties, de landmeetkunde, de geografie en de re productietechniek, ontbreekt tot heden een moderne en ge schikte leer van het kaarttekenen. Er ontbreekt ons een strenge, wetenschappelijke methode der kartografie, welke gelijke tred hield niet de ontwikke ling van de praktijk der kaartvervaardiging en welke bij machte is, deze te be vorderen, gemakkelijker te maken en te verbeteren. De kartografen steunen op de van hand tót hand en van kaart tot kaart overgeleverde ondervinding, zij vertrouwen op een menigte van voorschriften en op hun gevoel voor de kaart. Begaafde kartografen hebben steeds goede aan het doel beantwoordende prestaties geleverd. Vaak echter worden ondervindingen, methoden, werkwijzen en voorschriften zonder begrip onjuist of ondoelmatig ge bezigd; er worden b.v, kenmerkende tegenstellingen, die voor een bepaald geval voldeden, toegepast voor andere gebieden of schalen,waardoor slechte resultaten worden bereikt. In het algemeen houden de kartografen er niet van,over hun werk theoretische beschouwingen te houden. 3.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1948 | | pagina 4