b. bescherming van kleine bedrijven, waarvan de
oppervlakte reedl^en omvang is, als bedoeld
in het bepaalde onder a, tegen verkleining door
verdeling of afsplitsing.
c. bescherming van grote en middelgrote bedrijven
tegen verkleining door verdeling of afsplitsing
tot een geringere omvang dan die, welke voor de
streek, waarin het betreffende bedrijf is gele
gen, als gemiddelde kan worden aangenomen voor
de bedrijven van deze categorie, behoudens de
moge li jklxeid van een meer intensieve cultuur
vorm. 1)
d. beperking van het grondgebruik als bron van ne
veninkomsten 2) en van zelfvoorziening binnen
redelijke mate, teneinde de landbouwbedrijven uit
te breiden.
e. beperking van de mogelijkheid grote bedrijven sa
men te voegen.
Indien de Grondkamer op grond van strijd met het bepaalde
in de vorige leden van dit artikel de goedkeuring weigert,
doet zij op verzoek van de meest gerede partij een voor
stel, nadat haar beslissing onaantastbaar is geworden.
En, zo voegt de M.v.T. er nog aan toe: zij zal ook onder
omstandigheden die hier niet genoemd zijn schade aan het
landbouwbelang aanwezig kunnen achten.
Uit overwegingen zowel van bedrijfseconomische aard als
van billijkheid bepaalt art. 14 dat de pachter recht van
voorrang heeft bij verkoop.
Dit recht van voorrang is beperkt met het oog op de belan
gen van bloed- em aanverwanten in de rechte linie of in
de zijlinie tot in de 2e graad 3), indien deze de eigendom
wensen te verwerven. De Grondkamer kan, onverminderd! het
bepaalde in art, 4, op verzoek van de verkoper afwijken
indien (art,18) de verkoop aan de pachter een onredelijke
aantasting van de belangen van de eigenaar zou betekenen
en indien blijkt dat de bedrijfsvoering van de pachter
1) cöb verkleining wel mogelijk maakt.
2) ruim 100.000 ha cultuurgrond is in gebruik bij personen
die hun hoofdberoep niet in de landbouw vinden.
3) dus: Grootouders,Ouders,kinderen,kleinkinderen, broers
en zusters,schoonouders,grootouders van vrouwszijde,zwa
gers en schoonzusters). 25.