wie een deel van "openbare werken" wordt onthouden. Bijna overal verhuurt de marke het jachtgebied. De oudstbekende scheiding van raarkgrond in Drente dateert van 1260. Deelhebbers daarbij waren de z.g.gewaardeelden, d.i. allen, die enig waardeel, d.i. aandeel, hadden in de mar- lce-eigendommen. Elders sprak men van scheer Op een zeker moment in de ontwikkelingsgeschiedenis der marke heeft men het aantal deelhebbende hoeven gefixeerd. Zuidlaren bv. kreeg zo 28 waardelen, Anloo 15, Uffeite 20, Peeloo (Assen) 2. Bij toeneming van het aantal bewoners moesten de hoeven nu worden gesplitst: zo ontstonden boer derijen met 1/8 tot zelfs 1/64 waardeel. Op de duur is aan die splitsing in kleinbedrijven in zoverre paal en perk gesteld, dat ieder, die minder dan waardeel bezat, uitgesloten werd van de normale volle burgerrechten in Drente, Wie geen waardeel bezat, bleef, hoe rijk ook, slechts keuterHet verwerven van waardeel was niet ge makkelijk, daar de rechten van vreemdelingen ten eerste aan banden waren gelegd door het z.g. recht van "waar koop". Dit hield in, dat elk familielid van de eigenaar 6 week na de verkoop, het recht had het verkochte vast goed (met waardeel) tegen de bestede prijs over te nemen. Maakte niemand er gebruik van dan had elke aangrenzende, na hem elke inwoner van het dorp dit recht. En pas na deze allen, kon de vreemdeling, de "buitenbuur" zijn rech ten van koper handhaven, want, zo luidde de ouddrentse re gel: sibbe gaat vóór ewette, swette gaat vóór buur, bin- nepbuur gaat vóór buitenbuur. Dat de adel in Drente zo weinig macht heeft gehad, is mee een gevolg van deze oude regel en temeer, daar pas laat het vereiste bezit van waardeel is losgelaten en de geldbezitter dezelfde rang kreeg als de landeigenaar. De gewaardeelden noemden zich terecht de eigenaar der marke, de eigenerfden. Zoals ze eenmaal, in, aan onze historische bronnen onbekende tijden, hun eigen aantal heb ben beperkt, zo hebben zij in later tijden in de ons be kende markewi lie keuren hun rechten op de marlce-opbrengsten gereglementeerd door nauwkeurig vast te stellen, hoeveel koeien, paarden, varkens en schapen ieder mocht houden, hoeveel voer plaggen, zoden, turven, hout etc. elk .mocht halen; wat ieders plichten waren ter bescherming van de "res ■Dublicae',ï. De controlerende en uitvoerende macht is 7-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1948 | | pagina 8