waarin het werk gevorderd is, maar ook van de moeilijkheden
die er zijn en die zijn orzaak veelal vinden in bijzondere plaat
selijke omstandigheden. Hij dient dus ter plaatse volkomen bekend
te zijn. Hij dient zich derhalve behoorlijk in te werken in het
object van zijn collega en zich van de verdere ontwikkeling bij
voortduring op de hoogte te houden. Vat hij dus zijn taak op de
juiste wijze op, maar verloopt het werk overigens geheel volgens
de plannen", dan verspilt hij veel kostbare tijd, die zoveel nut
tiger aan een nieuw object zou kunnen worden besteed. De natuur
lijke gang van zaken dient dan ook te zijn, dat de technische
afnbtenaar, die met de uitvoering te velde is belast en als zodanig
het terrein met al zijn moeilijkheden door en door kent, als plaats
vervanger optreedt bij ontstentenis van de leidende landmeter-
deskundige.
Het is derhalve wel mogelijk, zonder aan de nauwkeurigheid
en doeltreffendheid van het werk afbreuk te doen, door organisa
torische wijzigingen te komen tot een belangrijke productie
verhoging.
Een derde mogelijkheid voor opvoering van de productie wordt
gevonden door samenwerking tussen de verschillende landmeet
kundige bureaux. In alle plaatsen, waar een Ruilverkavelings
bureau is gevestigd, bevindt zich een Bureau van de Landmeet
kundige Dienst, en in de meeste plaatsen bovendien een Bureau
voor Buitengewoon Landmeetkundig Werk. Van samenwerking
is echter öf in het geheel niet óf slechts in zeer geringe mate
sprake. Indien men in bepaalde jaargetijden, (wanneer aan de
ruilverkavelingskantoren onder hoogspanning wordt gewerkt om
op tijd del kavels uitgezet te krijgen), door een juiste coördinatie
de beschikking kon krijgen over het personeel van bureaux, waar
het werk kan worden geregeld minder afhankelijk van een be
paald tijdstip, dan zou dit zeer toe te juichen zijn. Wil men het
volle profijt halen uit de plaatselijk aanwezige aantallen amb
tenaren, dan dient men zo spoedig mogelijk te komen tot het uit
werken van richtlijnen hiervoor. Ook hier doet zich het niet be
staan van een ,,Bedrijfsraad" als ernstig gemis gevoelen.
Het wil mij voorkomen, dat ook de mogelijkheden van de
mechanische-reproductie-methoden nog niet volledig worden
benut. Inderdaad is dit een betrekkelijk nieuw terrein en men kan
niet eisen dat onmiddellijk alle mogelijkheden toegepast worden.
Toch zou het zijn nut hebben door een cqmmissie te laten nagaan,
welke tijdwinst er door toepassing van de verschillende methoden
gemaakt kan worden.
Ook zou moeten worden aangedrongen op het beschikbaar stel
len van credieten voor de aanschaffing van de nodige kantoor
machines. Ieder ingewijde weet, dat aan een ruilverkavelings
kantoor buitengewoon veel telwerk moet worden verricht. Het
moest zeker niet mogelijk zijn dat een groot kantoor als bijv.
Zwolle zelfs niet één telmachine bezit. Ook het feit, dat bepaalde
13