lange arbeidstijden komen vrijwel niet meer voor. Het gebrek aan
arbeidsvreugde is eerder oorzaak van vermoeidheid, dan dat om
gekeerd de vermoeidheid oorzaak is van een gebrek aan arbeids
vreugde en psysieke vermoeidheid is geen kwaad. Wél heeft een
reeks van lange velddagen voor verscheidene T.A. een ongunstige
invloed op hun initiatiefvermogen m.b.t. andere arbeid.
Van de stap voor stap doorwerkende mechanisatie in ons
dienstvak beleven we alleen maar genoegen, als men althans het
ongeduld wegens te langzaam verdwijnende onvolkomenheden
even uitschakelt.
Met het loon is het anders gesteld. Arbeid heeft in onze samen
leving meestal het bereiken Van een economisch resultaat tot doel.
Zo sterk domineert daarbij het loon, dat men voor de grootste
groep van arbeidenden de begrippen loonarbeider" en loon
dienst" schiep. Dat de gedachte alleen aan een hoger loon veel
van de energie, dus ook van het plezier in ons werk rooft, blijkt
maar al te zeer uit de vele en felle brieven uit de hoek van de
jongeren en dadelijk na geruchten over verminderde promotie
kansen uit de ontmoediging in de correspondentie van de
ouderen. Merkwaardig is wel, dat, blijkens de studies van Hersey
het criterium hierbij meer gelegen is in een vergelijking met het
loon van anderen, dan in de absolute hoogte. Onze waarnemingen
bevestigen dit voor zover het de ambtenaren betreft.
In de onderzoekingen van de Man wordt door bijna 40 der
ondervraagden de druk van de bedrijfshiërachie als hoofdoorzaak
van hun onlustgevoelens genoemd. In de openbare bedrijven zetelt
dit kwaad het sterkst. Jacht naar winst heeft daar plaats gemaakt
voor bureaucratie en een meer of minder despotisch bazen-
systeem". De sterken hindert deze druk minder, maar bij velen
is haat zonder uitzicht en tenslotte een toenemend minderwaar
digheidsgevoel het gevolg.
Het is dus wel een fctor waarop men steeds opnieuw de an-
dacht moet vestigen, het is een kwaad, dat energiek bestreden
moet worden, ook in de ambtenaarswereld. Niets heft zozeer op,
als een vriendelijke, van waardering getuigende tegemoetkomend
heid van de chefs, niets werkt zozeer de onlustgevoelens en de
machteloosheid in de hand als een hautaine houding en het kwe
ken van een kunstmatige grote afstand tussen leidinggevenden
en uitvoerenden»
Voor Amerika zijn het o.m. Hoppock, Hawthorne en Hersey,
die serieus onderzochten, hoe men plezier in z'n werk kan krijgen
en waarom bepaalde groepen dat plezier niet hebben, uit Enge
land zijn vooral de diepgaande studies van de Industrial Health
Research Board bekend geworden.
De statistische gegevens laten zien, dat de onderzochte Ame
rikanen en Duitsers (57 personen gedurende 40.000 uren: vgL
R. B. Hersey, Seele und gefühl des Arbeiters 1935) gedurende
17