=h 60 van de werktijd in een prettige stemming verkeerden.
Opmerkelijk is het wel, dat de arbeidsprestaties bij prettige stem
ming minder boven het gemiddelde uitgaan, dan zij bij een onaan
gename, negatieve stemming er onder blijven. De negatieve
gevoelens blijken dus een grote invloed te hebben op de productie
vermindering* De Amerikaanse onderzoekingen hebben ook
bewezen, dat de leiding slechts een deel van de remmende fac
toren kan voorkomen. Wat er buiten de werktijden optreedt,
onttrekt zich aan haar waarneming. Een gezond leven (breed ge-
Zien!) verhoogt het plezier in ons werk en de beste weg om dit
de arbeidenden bij te brengen is de vrouw, zo zegt Hersey in zijn
boek Workers emotions in shop and home" (Philadelphia 1932)
,,for she, whether wife or sweetheart, is the most powerful stimulus
among the outside factors" (bl. 336). Hoppock omschrijft het iets
anders aldus: „More than one man owes a large part of his
jobsatisfaction to an understanding wife", (bl. 80). De volgende
regels zullen de instelling van de arbeidende tot zijn werk gunstig
kunnen beïnvloeden: men moet een bepaald doel hebben om na
te streven, men moet het gevoel hebben vooruit te komen of wel
een stilstaand in de promoties als iets voorbijgaands kunnen zien,
men moet het werk als waardevol zien of zeker zijn, dat anderen
het waarderen, en beoordeling van de omstandigheden van an
deren moet niet ten ongunste van de beoordelaar uitvallen.
Hoppock, de psychotechnicus, heeft naast de mondelinge en
schriftelijke enquête ook het interview toegepast bij zijn uitge*
breide experimenten. Hij verzamelde enorm veel exacte gegevens.
Men mist wel de rijke schakering van de spontane uitingen, omdat
steeds de antwoorden zijn voorgedrukt, b.v. vóór de vraag:
(Choose the statement which best tells how well you like your
job. Place a check mark in front of that statement) deze: I hate
it. I dislike it. Idon 't like it. I am undifferent to it. I like it. I love
it. Door deze methode wordt dus de onderzochte geleid* Hoppock
heeft echter ook de onderzoekingen' van anderen samengevat en
daaruit zijn conclusie getrokken. Het resultaat van een vergelijk
king van 32 studies was, dat van de werkende bevolking mee?
dan 4/5 deel plezier in het werk heeft. Dit is wel zeer gunstig!
Op de vraag: Wat geeft meer voldoening, het werk of de
bezigheden in vrije tijd? werd door 66 van de 1113 geantwoord,
dat zij in hun werk de meeste voldoening vonden, terwijl dit bij
de groep tevreden onderwijzers zelfs 84 bedroeg.
Ook hier bleek de invloed van de chef op het plezier in het
werk zeer groot, ongeacht of deze een man dan wel een vrouw
is. De belangrijkste vraag in deze serie: Do you like your boss?
werd voor de 100 meest tevredenen en de 100 minst tevredenen
onderzocht. Het resultaat volgt hier: le groep 90 ja, 2e groep
51 ja, le groep 71% geen besliste mening, 2e groep 30 le
groep 3 neen, 2e groep 19'% neen.
Men blijkt zeer gevoelig voor een waarderend woord, wanneer
18