belangrijke rol. Men moet vaak zijn gedrag bepalen naar de nor
men, die de groep stelt. In de ambtenaarswereld leeft dat zeer
sterk.
Wij verheugen ons over het feit, dat men ook in ons land, meer
speciaal ook bij ons Belastingdienstvak oog heeft voor deze kant
van de staatstaak, welke ten doel heeft de verhoudingen tussen
de verschillende groepen van overheidsdienaren te verbeteren.
Het bureaupersoneel is in de economische ontwikkelingsgang
van het bedrijfsleven minstens 15 jaar achter bij het fabrieks-
personeel, het overheidspersoneel is achter bij het vrije bedrijf.
Wij volgen daarom met veel belangstelling de ontwikkeling van
de Bedrijfskadertraining. Naar onze bescheiden mening kan een
goede toepassing van de beginselen dezer B.K.T. veel bijdragen
tot een prettige arbeidssfeer en zo goed mogelijke onderlinge ver
houdingen, die tot een volkomen samenwerking moet groeien. De
B.K.T. is overgewaaid uit Zwitserland, Engeland en Amerika.
Het Nederlandse Centrum, dat goede sociale verhoudingen, in de
ondernemingen en bij het Overheidspersoneel van hoog tot laag
wil bestuderen en bevorderen, is in 1947 in Huize „Beukenstein"
te Driebergen haar arbeid begonnen als Nederlands Instituut
voor Personeelsleiding". Hier zal men dus de buitenlandse denk
beelden >en de aldaar opgedane ervaringen bij de toepassing in
de practijk moeten ontwikkelen, rekening houdend met de echt
Nederlandse mentaliteit
De invoering van B.K.T. begint bij de top en wordt trapsgewijze
overgebracht van boven naar beneden. Zij is zeker voor alle amb
tenaren van belang.
De ambtelijke verhoudingen kunnen nooit goed genoeg zijn, en
als intensieve bestudering van alles wat met deze problemen
samenhangt, er toe kan leiden, dat die verhoudingen verbeteren
dan moet ieder deze studie enthousiast aangrijpen.
De grondslag, waarop dit alles berust, is zeer oud. Bij de goede
ambtenaren is deze grondslag reeds aanwezig. Kan echter elke
ambtenaar zich zo gedragen, dat anderen hem graag mogen, kan
hij in andere mensen in zijn omgeving en bij zijn chefs eigen
schappen ontdekken, welke hij respecteert, is zijn opleiding en zijn
de capaciteiten voldoende, om hem een veilig gevoel te geven,
kan hij opgaan in doeleinden, (ook bij zijn werk) welke boven
het nauwere eigenbelang uitgaan, dan heeft hij zeker voorname
elementen in zich, die er toe leiden, dat hij met veel plezier z'n
werk doet!
Goethe stelde het dan ook wel zeer simpel, toen hij schreef:
werk maar, de vreugde komt vanzelf. Zo is het helaas bij velen
niet!
Literatuur*
Naast de reeds vermelde boeken bevatten ook de volgende ge
schriften goede lectuur over deze onderwerpen:
20