houden met de kosten van verschillende maatregelen ter ver
betering van de salarispositie van het Rijkspersoneel, waartoe
reeds is of alsnog zal worden besloten, te weten:
averhoging van de bijdrage van het Rijk aan het Algemeen
Burgerlijk Pensioenfonds van 5.5 j% tot 6.1
b. verlaging van het verhaal voor eigen pensioen van 4.5
tot 2
c. verhoging van de garantielonen voor gehuwden met 200.
's jaars;
d. vervanging van de geïncorporeerde tijdelijke toelage van
510 op wedden tot 3.000.door een geïncorporeerde
tijdelijke toelage op alle wedden;
e. vervallen van de 5 ongehuwdenaftrek;
f. herziening militaire salarissen.
De maatregelen sub a en b zijn vervat in het reeds door de
Eerste Kamer der Staten-Generaal goedgekeurde wetsontwerp
tot wijziging en aanvulling van enkele artikelen der Pensioenwet
1922 enz. (Gedrukte Stukken, Zitting 19471948 675).
Het ligt in de bedoeling dat de maatregelen sub c, d en e zullen
worden verwerkt in de technische herziening van het Bezoldi
gingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren. Verwacht mag worden,
dat deze nog dit jaar haar beslag zal krijgen.
Naar globale raming zullen de maatregelen, genoemd sub a
tot en met e, voor 1949 een bedrag van plm. 18 millioen vergen.
Daarenboven zal het budget voor 1949 nog worden belast met
de kosten van de overige wijzigingen van het Bezoldigingsbesluit,
welk zullen worden vervat in vorenbedoelde technische herzie
ning (wijziging van bepaalde schalen e. d.). Het is niet mogelijk
hiervoor thans reeds een raming van kosten voor 1949 te maken.
De onder f bedoelde maatregel is in voorbereiding. Ten laste
van Nederland is hiermede naar raming gemoeid een bedrag van
13 millioen, na aftrek van de inhoudingen voor huisvesting en
voor voeding.
Voorts bestaat het voornemen een wettelijke regeling in het
leven te roepen, op grond waarvan arbeidscontractanten, die ten
minste twee jaar in Rijksdienst zijn en ook overigens aan bepaalde
voorwaarden voldoen, recht op pensioen zullen verkrijgen. Aan
gezien deze regeling nog geheel in het stadium van voorbereiding
verkeert en de bijzonderheden daafvan nog niet vast staan, is
het niet mogelijk met enige exactheid hiervoor een kostenraming
te maken. Om de gedachten te bepalen zou een bedrag van even
eens plm. 18 millioen per jaar kunnen worden genoemd.
Opgemerkt wordt tenslotte nog, dat sommige dezer maatregelen
23
Blijkens de M.v.A. Hoofdst. I blz. 39 verkeert de voorbereiding van het
besluit in het eindstadium.