aan het middelbaar landmeetkundig personeel kunnen worden op
gedragen, zoals dit reeds blijkens ambtelijke rapporten in 1931
geschiedde.
Voorts is aldus deze leden de opleidingstijd voor het
ambt van tekenaar veel te kort en wordt het verouderde examen
programma reeds lange tijd niet meer als opleidingsnorm aanvaard.
Ook staan de bekwaamheidseisen voor de technische ambtena
ren 1ste klasse niet vast, hetgeen onbevredigend is met het oog
op de vooruitzichten van het middelbaar technisch personeel.
Waarom bestaat de rang van technisch-hoofdambtenaar niet bij
deze dienst in tegenstelling tot de meeste andere technische
rijksdiensten?
Tenslotte heerst er aldus deze leden bij de technische
ambtenaren en tekenaars van deze dienst grote onrust over de
aanhoudende geruchten omtrent titulatuurwijzigingen, waardoor
zij zich bedreigd gevoelen in hun ambtelijke positie.
7» Uit: Handelingen Tweede Kamer 16 Nov; 1948, blz» 278
(Avondvergadering)
De Heer Engelbertink: Ik ben verheugd over de mededeling
op blz. 18 van de Memorie van Antwoord over de Ruilverkave-
lingswet, maar wat zal een versnelde verkavelingsprocedure helpen,
indien het gebrek aan technisch personeel de praktische uitvoering
weer remt? De Minister zegt, dat de opleiding van deskundig per
soneel geruime tijd vordert. Ik zou daarom de Minister willen
vragen of er niet meer technische ambtenaren van het Kadaster
voor de velddienst kunnen worden opgeleid.
Ben ik goed ingelicht, dan lag het oorspronkelijk in het voor
nemen 30 technische ambtenaren voor deze veldwerkzaamheden
op te leiden en is dit thans tot 15 teruggebracht. Wordt hierdoor
de uitvoering van de ruilverkaveling in de toekomst niet geremd?
Handelingen Tweede Kamer 16 Nov» 1948, blz. 282 (Avond
vergadering):
De Heer Borst: Door de Regering is wel eens beweerd, dat
de ruilverkaveling bemoeilijkt wordt door gebrek aan deskundig
personeel. Mijnheer de Voorzitter! Ik heb er op gewezen, dat
uit een oogpunt van bezuiniging de weg van tal van bureau
ambtenaren naar de functie van landmeetkundige wordt versperd.
De Minister vindt dit volgens de Memorie van Toelichting een
lichtvaardige en onjuiste conclusie. Ik heb voor mij een adres van
de Vereniging van Technische Ambtenaren van het Kadaster, ge
richt aan de Regering, waarin o.a. staat:
,,Zij stelt vast, dat verschillende cultuurtechnici er reeds op
wezen dat, om tot snelle afdoening van de vele lopende aan
vragen te komen, sterke uitbreiding van het middelbaar-
technisch personeel te velde, dient plaats te vinden.
Zij constateert met zorg, dat in leidende kadastrale kringen,
meestal door conservatisme beheerst, deze opvattingen even-
28