diend. Juist in het gedeelte, dat het Staatsbosbeheer beheerst, zijn de Strubben verdwenen. Het rapport van de Rijkslandbouw- consulent in Drenthe is eigenlijk verpletterend voor dit voorstel en volkomen in strijd met dat van het Staatsbosbeheer. Door deze onteigening verdwijnt de Boermarke Zijen en dat is te betreuren. In het Oosten van ons land treft men in vele plattelandsgemeenten nog de relieken van de vroegere Marken aan, een middeleeuwse instelling; reeds van 1200 af zijn ze in het Oostdeel algemeen bekend; zij waren tot de Franse revolutie een publiekrechtelijke organisatie en zijn in het midden van de vorige eeuw niet weer in haar publiekrechtelijke status hersteld. Het gaat er hier om, het cultuurlandschap in zijn huidige vorm te behouden. Van der Goes van Naters noemt deze onteigening één van dc reeks belangrijke maatregelen, genomen ter bescherming van het natuurschoon. Ze is noodzakelijk, juist in het belang van de instandhouding van het historisch gewordene. De argumenten zijn verschillende. In de eerste plaats is er dat merkwaardige meertje, dat belangrijk is uit botanisch, wetenschappelijk oogpunt. De Boermarke Zeijen bezit van de 17 ha nauwelijks 1 ha. Het voortbestaan van die organisatie is van die ene ha niet afhan kelijk. Het uitvoerigste pleidooi voor deze onteigening wordt ge leverd door de landkaart. Men ziet, wat de bedoeling is, hoe een strubbenlandschap zich als een rand om de es, de marke, heenvlijt. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen maakt nog enkele fundamentele opmerkingen. Als het Staatsbosbeheer dan ook bezig is systematisch door het land boscomplexen aan te leggen, doet het dit niet voor de aardigheid. Natuurbescherming is hier nodig tot behoud van de zeldzame flora en fauna en tevens uit aesthetisch-culturele overwegingen. Een aantasting van de Boermarke betekent het niet. Eén van de beste kenners van Drenthe, Mr. J. Linthorst Homan zegt van de marken: ,,De oude gemeenschap is weg. Wat nu nog bestaat, heeft slechts museumwaarde en is voor de dorpsgemeenschap van ,,geen betekenis." Bovendien blijft er toch nog altijd het terrein van 1200 ha. De Natuurbeschermingsraad adviseert tot onteigening. Na deze discussie is het wetsontwerp zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Met ingang van 1 November '48 hebben zich verbonden voor de opleiding tot Tekenaar van het Kadaster en zijn geplaatst op het C.T.O. te 's-Gravenhage de navolgende, voor het toelatings examen geslaagde candidaten: A. Kamp, Zwolle. D. Blaauw, 's-Gravenhage. F. R. Ameling, Eindhoven. J. Blom, Texel. J. Bakker, Urk. W. R. Breider, Valthe. 31

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1948 | | pagina 32