Prof. Tienstra merkte op het 6e Congres der N.L.F. terecht op, ,,dat men in de ambtelijke verhoudingen ook de consequenties moet aanvaarden, welke uit de nieuwe opleiding voortvloeien. De Landmeters zullen meer in een leidende positie (moeten) wor den geplaatst/' Een betere taakverdeling is dus urgent. Het hoger onderwijs is nu geregeld. Het is immers logisch, dat er naast hogere ambtenaren in een dienstvak ook middelbare en lagere ambtenaren zijn. Het zou dus ook logisch zijn, dat de opleiding van deze groepen even goed geregeld wordt. Ook buiten de kringen der Technische Ambtenaren zijn velen met ons overtuigd van die noodzaak. Reeds toen in 1918 de landmeterscursus te Wageningen werd geopend, zijn er in die richting vage toezeggingen gedaan. Het dienstvak heeft evengoed behoefte aan goed opgeleid mid delbaar en lager personeel als aan Geodetische Ingenieurs. Wij zijn er daarom van overtuigd, dat de eerste maatregelen tot verbetering, gelegen in de gecentraliseerde opleiding aan het Centraal Teken- en Opleidingsbureau te 's-Gravenhage, weldra door andere zullen worden gevolgd. Twee Nomogrammen voor lengfecorrecfie Bij de vaststelling der lengten van veelhoekszijden zal de tem peratuur, waarbij de meting is geschied, veelal in aanmerking worden genomen. Uitzetting en krimping van de meetband geven aanleiding tot verschillen in de gemeten afstanden, welke ver schillen zo kunnen oplopen, dat men die bij kadastrale metingen niet mag verwaarlozen. Om de correcties, welke een gevolg zijn van temperatuurs verschillen, te kunnen bepalen moet in de eerste plaats de lineaire uitzettingscoëfficiënt van de stalen meetband bekend zijn. Deze wordt algemeen op 0,000011 aangenomen, hetgeen dus zeggen wil, dat een meetband van 20 m bij een temperatuursverschil van 10° C. een lengteverschil van 2,2 mm zal vertonen. Verder moet voor iedere band afzonderlijk de temperatuur be kend zijn, waarbij de band geacht kan worden zijn juiste lengte te bezitten. Deze temperatuur wordt de ijk temp era tuur van de band ge noemd. In de praktijk wordt deze ijktemperatuur meestal indirect verkregen uit het verschil dat tussen band- en ijklengte wordt geconstateerd bij een bekende temperatuur. 3 door D. DE VRIES. x) Indien er voldoende belangstelling voor bestaat, zullen exemplaren van deze nomogrammen op carton verkrijgbaar worden gesteld. Aanvragen te richten aan het adres: P. J. Ashouwer, Lindestraat 23, Utrecht

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1948 | | pagina 4