aandacht op deze archiefstukken vestigde23), schreef ,,De kaart
maakt dus den indruk een soort geographische index te zijn op
,,een volledige inventarisatie der landerijen, een soort primitieve
„kadasterkaart!" Hoe juist deze conclusie van genoemde carto-
loog was, blijkt wel bij lezing van het gedenkboek, van het drie
honderdjarig bestaan van het hoogheemraadschap van de Uit-
waterende Sluizen in Kennemerland en West Friesland, enige
jaren geleden uitgegeven24). Niet ter zake doet de omstandig
heid, dat de samensteller, Mr. J. Belonje uit Alkmaar, bovenaan-
geduide kaart van de Vroonlanden vermoedelijk niet kende, doch
wel terzake zijn de bijzonderheden, welke hij ons over deze landen
vertelt. Want we komen te weten, dat sinds lange jaren welke
zich verliezen in de duisternis der vroege middeleeuwen in
Hollands Noorderkwartier talrijke grondstukken in het bezit
waren van de Vorst, welke landen Vroonlanden werden genoemd,
hetgeen later de betekenis kreeg van Heerenlanden, Domein-
landen. Reeds in middeleeuwse rekeningen der Grafelijkheid vindt
men, bij die over „Vriesland", onder één verzamelpost de in
komsten uit de Vroonlanden boven Alkmaar geboekt. Deze
Vroonlanden aldaar bestonden uit honderden grote en kleine per
celen, die meestal iedere tien jaren verpacht werden. In de 16e
eeuw was het al een oude gewoonte, dat de landen in massa
werden verhuurd, hetgeen misschien wel voordelig was voor de
beurs van de onmiddellijke huurders (die grote gedeelten weer
onderverhuurden) doch zeker niet voor de schatkist van Karei V.
Toen dan ook Adriaan Stalpaert van der Wiele in 1523 tot Raad
en Rentmeester van de Keizerlijke Majesteit was aangesteld in de
landen van Kennemerland en Friesland, ontdekte deze als frisse
jonge kracht als spoedig de voor zijn Majesteit weinig economische
manier, waarop de Vroonlanden tussen Koedijk en St. Pancras
werden verpacht. Zelfs moest Stalpaert bekennen, niet bij be
nadering te weten, hoe groot de uitgestrektheid was en wat de
waarde van bedoelde landerijen. Omstreeks 1480 had de pacht-
opbrengst 1400 bedragen, welke in 1510 gestegen was tot 2400,
een in die geld-arme tijden toch nog aanzienlijk bedrag.
Zeer waarschijnlijk op aandrang van onze nieuwe rentmeester,
hielden de Raad van Financiën en de Rekenkamer van Holland
zich niet lang na diens aanstelling bezig met het vraagstuk van
de verhuring der uitgestrekte domeinlanden. Het gevolg was, dat
omstreeks 1528 aan Stalpaert de opdracht werd gegeven, de
Vroonlanden benoorden Alkmaar geheel afzonderlijk te admi
nistreren. Wij weten niet, of Stalpaert reeds vroeger in de Zui
delijke Nederlanden (waar immers de aanraking met de geestes
stroming der Renaissance eerder en directer gebeurde dan in het
43
23Dr. F. C. Wieder, Merkwaardigheden der oude cartografie van Noord-
Holland, T.A.G. jg. 1918 blz. 683.
24Mr. J. Belonje, Het hoogheemraadschap v. d. Uitw. Sluizen in Ken
nemerland en West Friesland 15441944, Wormerveer 1945.