ook een speciale studie gemaakt. Oevers en bedding van een
gunstig beoordeeld stuk werden tachymetrisch opgenomen, waarbij
dient opgemerkt, dat zo'n opname alleen in de droge tijd kan
geschieden. De rivieren zijn dan doorwaadbaar, terwijl in de regens-
tijd (Juni t.m. September) het peil dikwijls 6 m hoger is. Er valt
in die maanden 5 keer zoveel regen als in Nederland gedurende
een heel jaar. Die zware regens dwongen ons vaak om van de
vastgestelde werktijd (7 uur v.m. tot 3 uur n.m.) af te wijken,
maar bovendien waren er omstandigheden, die het noodzakelijk
maakten ons hele werkschema te wijzigen. Zo was de plaats van
de spoorbrug over de 350 m brede St. Paul River, het belangrijkste
obstakel tussen Monrovia en Bomi, gedacht op enkele kilometers
ten Noorden van de haven van Monrovia, op het moment, dat wij
onze werkzaamheden in Liberia begonnen. De Amerikanen (niet
de Liberia Mining Company!) die met het bouwen van de brug
belast waren, hebben er later ernstig over gedacht om de over
steekplaats niet minder dan 12 km naar het Oosten te verleggen.
Omdat wij met ons tracé op die brug moesten aansluiten, kwam
het er voor ons op neer om, behalve met de Westelijke oversteek
plaats, vanwaar we uitgegaan waren, ook rekening te houden met
de Oostelijke. Gelukkig werd na ongeveer een jaar toch de Wes
telijke route, op welke we al zoveel werk verricht hadden, gekozen.
Dat we ons in het bos met duizend en één ding moesten be
helpen spreekt wel vanzelf. Ons huishouden was primitief; met
alles moest voorzichtig worden omgesprongen, omdat het nooit
zeker was of gebroken materiaal tijdig vervangen kon worden
door nieuw. Toen we eens door gebrek aan reparatiemateriaal
onze gescheurde meetband niet konden herstellen, werd daarna
steeds gemeten met een liaan van 25 m, die dan met de gescheurde
meetband geijkt w^rd. Op deze manier bleef de niet te vervangen
meetband in leven.
De lezer zal belang stellen in de nauwkeurigheid van enkele
gedane metingen.
De heen- en teruggaande waterpassing naar Bomi Hill langs
het bestaande pad had een m.f. van 7 mm per kilometer enkele
waterpassing.
M.f. in azimuthsbepalingen uit zonshoogten ongeveer 5". Hoek-
correctie van de polygoon per hoek meestal beneden 10 cc. M.f.
in lengtemeting (2 X met de band of X optisch) te schatten
op 0.0003 1.
M.f. in hoogteverschil met aneroïde gemeten 2 a 3 m. Het
spreekt vanzelf, dat het er ons niet om ging om alles zo nauw
keurig mogelijk te meten. In een bepaald geval kozen we die meet
methode, die ons het snelste resultaat met de vereiste nauwkeurig
heid zou geven. Voor globale metingen waren we aangewezen op
horloge, zakkompas en aneroïde.
De onvermijdelijke improvisatie, het aanpassen aan de plaat-
49