Een ander standpunt is het ontkennen van het probleem van
het landschap en het doen projecteren van plannen, die noch met
aanwezige begroeiing noch met de noodzakelijkheid van nieuw
aan te brengen beplantingen voldoende rekening houden.
Ook hierbij maakt men, naast de miskenning van tal van daar
mee samenhangende belangen, een denkfout. Het blijkt immers in
het bijzonder uit landbouwkundig oogpunt onjuist in een land als
het onze, met zulke duidelijke bodemverschillen, naar uniforme
toestanden te streven. Het in landbouwkringen baanbrekend besef
van de betekenis van de landschapsstoffering met betrekking tot
de problemen van bodembederf, klimaatverslechtering, waterhuis
houding enz. heeft veel tot een gewijzigd inzicht bijgedragen. Ook
voor de leek is het duidelijk geworden, dat de vorming van een
landschap, dat wellicht voor de Groninger kleigebieden als ideaal
kan worden beschouwd, voor armelijke zandgebieden in b.v.
Drente en Brabant zeker niet dient te worden nagestreefd. Geluk
kig echter behoren degenen, die bovenbedoelde mening huldigen
onder de leidende cultuurtechnici thans tot de uitzonderingen.
Het vrij algemeen aanvaarde standpunt is nu echter niet ge
legen in de opvatting, dat voor ieder speciaal geval naar een
compromis, naar een gulden middenweg'' tussen vorenbesproken
extreme denkbeelden moet worden gestreefd. Neen, een steeds
intensiever samenwerking, een teamwork van alle betrokken des
kundigen geeft in vele gevallen een juiste synthese, waarbij de
verschillende aspecten in hun juiste onderlinge samenhang worden
beoordeeld. Al naar de omstandigheden zal het accent soms meer
op dit dan weer op dat aspect vallen. De problemen worden
daardoor steeds meer van de gevoelssfeer gebracht naar die van
het redelijk inzicht. Misplaatste nuchterheid en valse romantiek
ruimen daarbij het veld. De opkomst van de planologie zowel hier
als elders in de wereld heeft tot deze blikverruiming niet weinig
bijgedragen. En dit alles bevindt zich nog in volle evolutie.
De hierbedoelde synthese uit zich in een gezamenlijk streven
naar wat wij zouden willen noemen een reconstructie van het
landschap. Dus geen restauratie van zoveel mogelijk oude toe
standen doch een doelbewuste opbouw van het landschap, welke
rekening houdt met de veranderingen, die als gevolg van het werk
te verwachten zijn. Dit kan betekenen, dat in bepaalde gevallen
een landschap geprojecteerd moet worden, hetwelk structureel
aanzienlijk afwijkt van het oude vóór de herverkaveling. Een ge
bied b.v., waar door wateroverlast de stichting van bedrijfs
gebouwen onmogelijk was en hetwelk als open landschap een
grote bekoring bezat kan na de ontwatering heel gemakkelijk in
een weinig fraai steppenlandschap, slechts gemarkeerd door prik
keldraad, overgaan. Voorbeelden daarvan zijn niet zeldzaam. De
stichting van architectonisch welverzorgde hofsteden, voorzien
54