de huidige intimiteit door een grotere schaal van het landschap
noodwendig zal verdwijnen*
In bepaalde gebieden zal de ruilverkaveling, ook bij de meest
nauwgezette planning, het verloren gegane landschapsschoon
ongetwijfeld moeilijk doen vergeten. Daartegenover staat, dat in
uitgestrekte gebieden het landschap bij een juiste behandeling aan
zienlijk fraaier kan worden dan het voordien was.
In dit verband is het echter goed erop te wijzen, dat land-
schapsverzorging ten onrechte nog te veel wordt gezien als een
beplantingskwestie alleen. Hoewel de beplanting stellig een in
tegrerend onderdeel hiervan is, dient een goede landschaps
verzorging zich echter in de eerste plaats bezig te houden met de
fundamentele structuur van het toekomstige landschap. Dit houdt
in het geven van aanwijzingen betreffende de bouw van het
wegen- en waterlopennet, de ruimtelijke indeling, de tracé's van
wegen en waterlopen en de dwarsprofielen daarvan. Uiteraard
zijn het de cultuurtechnische organen, die de eerste bouwstöffen
daartoe leveren doch reeds spoedig en gedurende de gehele ver
dere behandeling van deze uiteraard mobiele plannen dient er
van een intensief overleg sprake te zijn.
Zoals bij iedere nieuw begonnen werkzaamheid was daarbij
voor de landschapsverzorging in de aanvang zeer veel organi
serend en opbouwend werk te verrichten. Men houde daarbij in
het oog, dat dit werk in feite een geheel nieuwe bezigheid is, een
vak, dat zich bezig is te vormen zowel in zijn doctrine als in zijn
verhouding tot de reeds bestaande vaak perfect uitgeruste be
roepen. Het vereist veel overleg, inzicht en deskundigheid en een
zich nieuw instellen van alle betrokkenen. Maar het werk heeft
zich allengs ontwikkeld door het te doen. Het heeft ons gebracht
tot een analyse van het landschap en de schoonheid daarvan en
tot het toepassen der verworven kennis in practisch bruikbare
vorm.
Juist voor de meettechnici werkzaam bij de ruilverkavelingen is
het van zoveel belang zich op de hoogte te stellen van deze zich
snel ontwikkelende landschappelijk-planologische werkzaam
heden. Zij dienen mede te werken aan een logische en harmonische
opbouw van het wegen- en waterlopennet, gebaseerd op de mor-
phologie van het terrein en niet steunend op de wetten van de
tekentafel alleen.
Naast nauwgezette verkenning kunnen hoogtecijfers en cultuur-
kaarten nuttig zijn om een goed gebruik te maken van de eigen
aardigheden die het terrein biedt en waardoor een juist en „ge
voelig" beloop van de wegen over de hogere delen en van de
waterlopen door de laagten kan worden verzekerd. Ongetwijfeld
zal het in zeer veel gevallen, vooral in gebieden met gering bodem-
relief, voor de moderne cultuurtechniek niet bepaald noodzakelijk
56