de versterkingskunst in het jaar 1600" zonder bronvermelding in jg. 1929 van K. en L. verscheen 3), doch dat naar mij bleek woordelijk is geëxcerpeerd uit de Bronnen tot de geschiedenis van de Leidse Universiteit, in 1913 uitgegeven. Dan duurt het bijna twintig jaren, vóór wé in de vakpers weer een historisch gekleurd artikel opmerken, n.l. in K. en L. jg. 1948 (blz. 204) een aantal interessante mededelingen over de studie van het vak landmeten aan de Franeker hogeschool, geschreven door de heer R. Jonkers, landmeter te Zutphen. (Hierbij valt o.a. op te merken, dat ook in dit artikel ,,Een landmetersopleiding in vroegere tijden" zo weinig van een beetje uitgebreider bronnenonderzoek te be speuren valt: Ongebruikt is de mededeling van Van Beurden, dat ook te Roermond wijnroeier en landmeter in één ambt verenigd was; Jan Sems, de Friese landmeter die met Dou landmeetkundige werken schreef, wordt niet genoemd, de werkzaamheid van Metius als kartograaf van Friesland (het resultaat was niet bijster goed beoordeeld) blijft onbesproken; de aanwezige gegevens over de toelating door de Friese Staten van landmeters ongebruikt, terwijl bij de bespreking van de Jacobstaf de gelegenheid niet wordt aan gegrepen, te putten uit Dr. Fritz Schmidt's ,,Geschichte der geoda- tischen Instrumenteaanwezig in de Bibliotheek van K. en L. en kort voor de oorlog nog in het Tijdschrift voor K. en L. gerecenseerd door de beste deskundige die het Kadaster op het gebied van de geschiedenis der landmeetkunde bezit). En daarmede is eigenlijk alles gereleveerd, wat in onze vak tijdschriften sinds 1885 is gepubliceerd over het onderwerp, dat thans onze aandacht heeft. Wel is in de 50e jg. van K. en L. een artikel van de hand van de heer W, Smit opgenomen4), het welk handelt over de sociale taak van de landmeetkunde in ons land, doch hierin wordt slechts zeer summier een enkele oud- Nederlandse landmeter genoemd, terwijl de gehele ontwikkeling van het landmeterswezen in de 17e en 18e eeuw bij gebrek aan genoegzaam toegankelijke bronnen helaas buiten beschouwing moest worden gelaten. Wanneer wij bedenken, dat de maatschap pelijke taak van de beoefenaren der landmeetkunde hier geen vacuum kent en tevens, dat in de 18e eeuw het prae-kadastrale werk werd verricht, waarop in de 19e eeuw het Kadaster kon voortbouwen, dan zal het duidelijk zijn, hoezeer wij het moeten betreuren, dat een zo bij uitstek deskundige als de heer W. Smit door gebrek aan onmiddellijk beschikbare bronnen de sociale taak van de 17e en 18e eeuwse landmeter niet in zijn onderzoek heeft kunnen betrekken. 2. De waarde van uitgebreider onderzoek. De waarde van uitgebreider onderzoek van het terrein, dat 35 3) P. D. F. Tebaal, Een cursus jn het landmeten der versterkingskunst i. h. jaar 1600, K. en L. jg. 1929. 4) W. Smit, D Sociale taak v. d. landmeetkunde in Nederland. K. en L. jg. 1934.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1949 | | pagina 3