jaar 1676, leest men de belangrijkheid en veelheid dezer kaart boeken: de Roy wordt (ter bespoediging der meting van de Pro vincie) gemachtigd alle bestaande kaarten bij alle rentmeesters der Conventen te gaan kopiëren. Een eeuw vroeger hadden vele geestelijke orden in Holland reeds hun prachtig verzorgde kaarten- boeken, die door ware landmetende kunstenaars waren vervaar digd. Meerdere van deze Caertboucken zijn nog te vinden in de Rijks- en Gemeentearchieven. Voorbeelden hiervan zijn b.v. het kaartboek van de landerijen van het Heilige Geesthuis van Delft, bestaande uit meer dan 70 kaarten en vervaardigd door de land meter Jan Potter in de jaren 15761579; van de beroemde land meter Balthasar Florisz is in het Amsterdamse Gemeente-archief aanwezig een Kaert Bouck van de landen toebehorende aan de St. Pieters Gasthuysen tot Amsterdam, met kaarten van de lan derijen o.a. in de Schermer, bij Graft, de Rijp, St. Pancras, Wog- num, Kwadijk. In 1598 liet vrouwe Stephane van Rossem, abdis van Rijnsburg, door de landmeter Symon Aerntsz. van Buningen in 68 kaarten de landen der voormalige Abdij opmeten en op tekenen15). In 1635 maakte Jan Pietersz. Dou een kaartboek (10 hoofdkaarten en 61 kaarten, waarop de percelen afzonderlijk af gebeeld) van de goederen der Abdij van Rijnsburg, gelegen in Rijnland ,,Sijnde de landen gemeten met halve heinslooten, ge- heele slooten aan de heerwegen, halve leytwegen ende vierdalve (3J/2) voeten in de wateringenDezelfde landmeter van Rijnland mat en tekende op last van de Ridderschap van Holland in het jaar 1625 de eigendommen van de Abdij van Leeuwenhorst in 11 hoofd- en 106 bijzondere kaarten1'6). Van de hand van de landmeter Coenraet Oelen is het kaartboek, in 1566 vervaardigd op last van de Prior van het Klooster der Regulieren van Betha- niën van 's Gravenzande 17en zo zou men kunnen doorgaan. De nauwkeurige opmeting van het bezit van steden (als b.v. Haarlem) en geestelijke gemeenschappen (gelijk hiervóór aan geduid) heeft dan ook geleid tot vaak minutieuze bewerking in prachtige kaartboeken, die een lust zijn voor het oog, en niet alleen een hoge dunk geven van het kunstenaarschap van de 16e17e eeuwse maker, doch tevens rekenschap afleggen van de bereidheid der opdrachtgevers, het geld voor zulk een stuk schoonheid over te hebben. Het opmeten van de eigendommen en het maken van een caertbouck was een gebeurtenis van belang, getuige b.v. het contract dat tussen landmeter en landeigenaar werd afgesloten: ,,Up huyden den Xlle August Anno XVc LXXV (1575) soe ,,sijn die meesters van den Heylighen gheestarmen binnen Delf ,,gheaccordeert ende overcomen met Jan Janszoon Potter, ghe- zworen landmeter, dat hy alle die landen van den Heylighen 40 15Aanwezig in Rijks Archief, 's-Haae. 18) id. 17) id.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1949 | | pagina 8