Domeinen Bij de behandeling in de Eerste Kamer (vergadering van 3 Maart) van het wetsontwerp tot vaststelling van Hoofdstuk VII B der Rijksbegroting 1949 besprak de Heer Bierema de kos ten van een inpoldering en de rechten van de oevereigenaren. Op een daartoe strekkend verzoek in het Voorlopig Verslag heeft de Minister van Financiën een opgave gedaan van de kosten van een inpoldering, de z.g. Emma-polder achter Uithuizermeeden. De Minister heeft opgegeven, dat die polder tot dusver heeft gekost 10.328.000. Hij was oorspronkelijk groot 900 ha, maar door een doorbraak is er land verloren gegaan, is land over spoeld met zand en is een deel van de grond vergraven. Op het ogenblik bedraagt de bruikbare oppervlakte van de polder ongeveer 800 ha. Dat heeft dus gekost 10.328.000, d. i. rond 13.000 per ha. Maar dan heeft de Minister pro memorie uit getrokken de kosten, welke zullen vallen op het maken van wegen en het bouwen van de boerderijen. Wanneer wij nu in aanmerking nemen, dat het de bedoeling is van Domeinen om hier betrekkelijk kleine bedrijven te stichten, dan weet ieder, dat in verhouding het gebouwde kapitaal hoog wordt. (Er komt zeker nog 2000 per ha bij). Dan komen wij tot de conclusie, dat de inpoldering kost per ha 15.000. Dat is ongeveer het zesvoud van de waarde. De Minister geeft in de Memorie van Antwoord een verklaring van deze hoge kosten. Hij wijst er op, dat men te kampen heeft gehad met een buitengewoon zware stormvloed op 4 Februari 1944, die hoger en zwaarder is geweest dan in meer dan 100 jaar was voorgekomen. Dat is juist. Inderdaad moet men teruggaan tot 4 Februari 1825 merkwaardigerwijze precies dezelfde dag voordat men een stormvloed vindt, die zo hoog is geweest als die van 4 Februari 1944. Het is begrijpelijk, dat uit een der gelijke zware stormvloed schade ontstaat. Ik geef toe, zegt de Heer B., dat de uitvoering van dit werk min of meer onder Duits regime de efficiency de Minister wijst er op niet ten goede is gekomen, maar ik meen toch te moeten ontkennen, dat het be leid van Domeinen in ieder opzicht juist zou zijn geweest. De toestand is op het ogenblik zo, dat de dijk nog volstrekt niet verzekerd is. Er zijn hierover nog geen berichten ontvangen, maar inen vreest, dat de zware stormvloed, die eergisteren onze kusten heeft gebeukt, ook voor deze polder en deze dijk niet zonder ge volgen zal zijn gebleven. Gedurende de uitvoering van het werk heeft de Heer Bierema meer dan eens zijn licht opgestoken bij bekwame ingenieurs, be kend met inpolderingswerken, die hem verzekerden, dat dat be leid inderdaad uiterst gebrekkig is geweest. Dat is ook volkomen in overeenstemming met het oordeel van de bevolking, de oever bewoners, die op dit punt heus een oordeel kunnen hebben. Zij 101

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1949 | | pagina 13